Thuis in Mol; een warme gemeente voor iedereen!

Mol staat stil. Niet alleen op vlak van mobiliteit, maar ook op tal van andere beleidsdomeinen.

De huidige meerderheid is een 'regering van lopende zaken'.

Wij willen een bestuur met ambitie en een visie voor de toekomst. Bij ons weet je waar je voor kiest.

Ons volledige programma kan je hier bekijken. De verschillende hoofdstukken kan je in de rechterkolom aanklikken en dan kom je automatisch bij het onderwerp waar je meer over te weten wil komen.

Mobiliteit

FIETSBELEID

Voor de N-VA is de fiets een volwaardig transportmiddel. Met een doordacht beleid en wat goede wil kan Mol zijn positie als fietsregio nog verder verstevigen. Toch nemen we ook voor kleine verplaatsingen meestal de wagen. Als N-VA zijn we een grote voorstander van de uitbouw van een degelijk en kwaliteitsvol fietspadennetwerk.

Door meer in te zetten op fietspaden, veilige oversteekplaatsen, aangepaste fietssnelwegen en voldoende fietsparkeerplaatsen willen we de veiligheid en het comfort van de fietsers verhogen.

Door voetgangers en fietsers voldoende ruimte te bieden in het ontwerp kunnen we beter inspelen op de bereikbaarheid en kunnen we het ontwikkelings- en verdichtingspotentieel vergroten.

Een fietsvriendelijk beleid kunnen we  bovendien voor een groot stuk realiseren zonder zware, ingrijpende of grote infrastructuurwerken.

  • Bij de inrichting van het openbaar domein moeten we meer rekening houden met fietsers, zwakke en andere trage weggebruikers.
  • We zorgen voor een uitgebreid en goed onderhouden netwerk van fietsverbindingen doorheen de gemeentekern. De gemeente overlegt met de provincie om het lokale fietsverkeer optimaal te laten aansluiten op het bovenlokale functionele fietsroutenetwerk.
  • Waar het kan, maken we schoolomgevingen autovrij of autoluw.
  • In samenwerking met de lokale middenstand zetten we acties op waarbij fietsers in de bloemen worden gezet wanneer zij met de fiets naar de winkel gaan. (De actie  ‘Met belgerinkel naar de winkel’ is een mooi voorbeeld).
  • De gemeente geeft het goede voorbeeld en zet maximaal in op fietsgebruik voor de eigen werking.

 

VEILIG VERKEER, ALTIJD EN OVERAL

Verkeersveiligheid is een absolute prioriteit voor de N-VA. We willen evolueren naar een verkeerssysteem dat zoveel mogelijk slachtoffervrij is.

  • We brengen de lokale zwarte punten in kaart en pakken de organisatie van het verkeer daar prioritair aan.
  • Met alle betrokkenen bekijken we  de mogelijkheid van de inrichting van schoolstraten. Schoolstraten zorgen immers voor een veiligere weg naar school.
  • Het ontwerp van de lokale wegen moet voldoende gedrag-sturend zijn en zorgen voor een wegbeeld en een inrichting die uitnodigen tot aangepast rijgedrag.
  • In overleg met de politiezone voeren we een aangepast snelheidsbeleid en een hierbij aangepast handhavingsbeleid.
  • We willen inzetten op de toegankelijkheid van de volledige vervoersketen voor minder mobiele mensen. In dat kader doen we een knelpuntenwandeling en organiseren we een fietsronde langs de gemeentelijke fietspaden samen met de verantwoordelijken van de technische dienst.

WERKEN AAN EEN VLOTTE VERKEERSDOORSTROMING

  • Meten is weten: de gemeente brengt de verkeersstromen correct in kaart.
  • In een weldoordacht circulatieplan is er een onderscheid tussen het bestemmingsverkeer en het doorgaand verkeer, zowel voor de fietsers als het autoverkeer.
  • We ontmoedigen sluipverkeer: in samenspraak met de bewoners moeten de probleempunten worden vastgesteld. Inrichting van woonerven waar nodig.
  • Een goede doorstroming op de hoofdwegen ontlast de woonstraten. We zorgen voor een optimalisering van de doorstroming en evalueren de voorrangsregelingen, de afstelling van verkeerslichten, de bewegwijzering en snelheid-controlerende maatregelen. In deze optiek kiezen we voor de realisatie van een lus rond het centrum. De bereikbaarheid van het handelscentrum dient hierbij vlot te blijven. Debacles zoals de Molderdijk moeten we vermijden.
  • Een flankerend parkeerbeleid is hierbij noodzakelijk. Ook voorzien we de nodige parkingfaciliteiten op strategische locaties, bijvoorbeeld aan het begin en het einde van een fietsroute.

OPTIMALE BEREIKBAARHEID VAN OPENBAAR VERVOER

De gemeente is het best geplaatst om de lokale vervoersnoden te herkennen en de regie ervan op te nemen. Vervoersvraagstukken met een bovenlokaal karakter worden in bovengemeentelijk verband aangepakt.

  • We onderzoeken wat de meest efficiënte oplossing is voor de bestaande lokale vervoersvraag.
  • Het systeem van deelfietsen (in combinatie met het openbaar vervoer) wordt gepromoot en zo nodig uitgebreid.
  • Voor personen met een mobiliteitsbeperking kan de gemeente een systeem van vervoerscheques voor aangepast privaat vervoer uitwerken.
  • De gemeente moet ook voldoende voorbehouden en duidelijk herkenbare parkeerplaatsen voorzien, en de publieke ruimte toegankelijk inrichten.

EEN DOORDACHT PARKEERBELEID

Naast openbaar vervoer, fietsers en voetgangers heeft ook de auto een plaats. De gemeente voert een gedifferentieerd parkeerbeleid in functie van een optimale toegankelijkheid.

  • Ze voorziet parkeren voor de langere termijn op iets grotere afstand van de handelsvoorzieningen.
  • In het handelscentrum zelf wordt meer ingezet op kort parkeren met voor de Molse burgers een gratis halfuur parkeermogelijkheid.
  • De private parkeerbehoefte van de bewoners moet zoveel mogelijk gebeuren op het eigen perceel.
  • Een parkeergeleidingssysteem of een mobiliteitsapp of website kan ondersteunend werken om de verkeersstromen in goede banen te leiden
  • Voldoende parkeerplaatsen voor mensen met een beperking.

Ruimtelijke Ordening

Ruimtelijke Ordening

Er is nood aan een duidelijk en krachtdadig beleid dat zorgt voor een ruimtelijke ordening die de schaarse open ruimte vrijwaart. Door in te zetten op slimmer ruimtegebruik, kwaliteit en efficiëntie moeten we onze kernen versterken. Klimaatverandering heeft ook een impact op ons ruimtegebruik. Het is dus belangrijk om voldoende groene ademruimte te behouden in de bebouwde omgeving.

We wensen een duidelijke toekomstsgerichte visie op de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente, met ontwikkelingskansen voor alle sectoren. Dit leggen we vast in ons beleidsplan “Ruimte”.  In het ruimtelijk beleidsplan leggen we de nadruk op:

  • kernversterking met behoud van het eigen karakter en kwalitatief woonaanbod;
  • verdichting van het bebouwde gebied;
  • het structureel beschermen van de open ruimte;
  • voldoende ruimte om te ondernemen;
  • steeds voldoende aandacht voor aangepast en duurzaam groen, bij elke beleidsbeslissing die er in de openbare ruimte gebeurt.

We vermijden ontwikkelingen of projecten in afgelegen open ruimte, of die niet kernversterkend werken. We zetten in op de ontwikkeling van verlaten sites en onderbenutte terreinen binnen de gemeentekern. 

We voeren een activeringsbeleid voor leegstaande gebouwen en onbebouwde percelen om de druk op de open ruimte te verminderen met o.a. fiscale maatregelen. De inkomsten die de gemeente haalt uit deze heffingen en uit planbaten moeten opnieuw worden geïnvesteerd in de ondersteuning van het ruimtelijk beleid.

Wij beschermen de open ruimte met volgende maatregelen.

  • We stellen een plan (RUP- Ruimtelijk Uitvoeringsplan) op voor de open ruimte om bouwvrije zones, stiltegebieden en openruimteverbindingen af te bakenen en leggen dat vast in de ruimtelijke planning.
  • We herbestemmen waar nodig en wenselijk is. We beschermen de Kwetsbare Waardevolle bossen.
  • We maken werk van een herwaarderingsplan voor de trage wegen. Trage wegen hebben niet enkel recreatief een belangrijke functie maar zijn een veilig alternatief voor fietsers en wandelaars en ze hebben vaak een hoge cultuurhistorische waarde.
  • We evalueren de lintbebouwingen in onze gemeente, en stellen een RUP rond lintbebouwing op: ingrijpen en afbouwen waar dat kan.
  • Dichtere bebouwing wordt toegelaten in goed ontsloten kernen waar veel diensten geconcentreerd zijn. Nieuwbouw die ver van alle dienstverlening of openbaar vervoer ligt wordt ontmoedigd.
  • We zorgen dat leegstaande gebouwen en onbebouwde percelen eerst worden geactiveerd om nieuwe verkavelingen te vermijden.
  • In strategische landbouwzones voeren we een actief grondbeleid, zodat het landbouwgebruik niet in gedrang komt door allerlei nieuwe ontwikkelingen.
  • We zoeken alternatieven voor verharding in de openbare ruimte.

Wij willen de attractiviteit van het centrum sterk verhogen. Bewoners van Mol en de talrijke toeristen die Mol bezoeken moeten een prettig gevoel krijgen door de gezelligheid en de sfeer die het centrum uitademt. Onze doelstelling hierin is Mol te laten uitstijgen tot een nieuwe referentie in de regio. Een globale visie moet op een intelligente en toekomstgericht manier meerdere beleidsdomeinen integreren: mobiliteit, parkeerbeleid, toerisme, handelscentrum, werkgelegenheid, logistiek, zorgbeleid, groenbeleid, afvalbeleid.  Cruciaal is ook dat de aanwezige infrastructuur goed onderhouden is en blijft.

  • Voor de N-VA is het essentieel dat keuzes gemaakt worden volgens een maatschappelijk gedragen visie op lange termijn: Grote projecten met een belangrijke ruimtelijke impact worden vooraf grondig getoetst aan hun leefbaarheid en aan de draagkracht van de omgeving.
  • Hiervoor zal de gemeente onafhankelijke deskundige adviseurs opnemen in de Gecoro en de Mobiliteitsraad en de Adviescommissie Toegankelijkheid, zodat die raden een meerwaarde bieden aan het lokale ruimtelijk beleid. De gemeente betrekt de burgers vooraf bij haar plannen. Hiervoor roepen we de gehuchtraden in leven.

Om onze doelstellingen te bereiken stellen wij de volgende concrete aanpassingen voor.

  • Het RUP uit 2015 wordt herbekeken en aangepast. Dit RUP vertrok van een verkeerde premisse en is gebaseerd op een toestand die al jaren achterhaald was. Bovendien werd het centrum kunstmatig afgebakend en staan nieuwe plannen, zoals die voor de site van de Keirlandse Zillen, daar haaks op.
  • In een aangepast RUP moet de attractiviteit van het handelscentrum een prioriteit zijn. Keuzen dienen gemaakt te worden over de uitgebreidheid van het handelscentrum.
  • De bouwvoorschriften mogen modern zijn met een streven naar een architectuur waarin we het ‘klein-stedelijke’ trachten te overstijgen. Wij moeten onszelf op de kaart durven zetten als een moderne gemeente en ons differentiëren van onze randgemeenten. Nieuwe woonvormen kunnen overwogen worden.
  • De toenemende vergrijzing zal een toename van centrumbewoners genereren. In het Centrum kunnen we een hogere woondichtheid nastreven door hoger te bouwen, met respect voor de leefbaarheid. Dit stelt ons ook in staat de groene tussen- en binnen-gebieden meer en beter te vrijwaren.
  • Een prioriteitenlijst voor het grondgebied dient te worden opgesteld. Welke woonuitbreidingsgebieden worden eerst aangesneden? Welke gebieden wil men vrijwaren?
  • Het aangepaste RUP moet toekomstsgericht zijn, en rekening houden met de implementatie van het geothermisch warmtenet.
  • Een visie voor het Rondplein dringt zich op. Geef plaats aan terrassen, geef plaats aan groen. Zorg dat dit een plek is waar mensen en verenigingen samenkomen. Hierbij kan een deel van de Corbiestraat autovrij gemaakt worden. Dit kan nieuwe impulsen geven aan lokale handelaars en horeca.
  • Maak van het Boulevardpark een echt park. Een traject met inspraak van de bewoners dient hier te worden opgezet.
  • Steeds ook moet worden nagegaan wat de effecten van plaatselijke ingrepen op de buurgemeenten zijn. Hierin moet ook het effect op de mobiliteit tussen gemeenten worden bekeken.
  • Het Campina traject betreffende de ontsluiting van Mol/Dessel naar Herentals moet verder onderzocht worden en zo mogelijk concreet worden uitgewerkt. Dit zou zowel voor mobiliteit als voor werkgelegenheid zeer belangrijk zijn.

Landbouw en extra ruimte om te ondernemen.

  • In het Ruimtelijk beleid moet er ook de nodige aandacht zijn voor landbouw. Wat landbouw is moet landbouw kunnen blijven. Een betere verstandhouding tussen de gebruikers van de open ruimte is nodig. De opwaardering van de trage wegen is een voordeel voor de landbouwer, de natuur en de recreant.
  • Met het oog op de werkgelegenheid moeten we extra ruimte voorzien om te ondernemen. We gaan hierbij na welke gebieden we hiervoor het beste kunnen aansnijden. We denken hierbij aan de Balmatt site, de Berkenbossen, enz... De nucleaire zone dient een KMO-zone te worden. Er kan ook nagegaan worden of langs de ring nog gronden beschikbaar zijn om te ontwikkelen.
  • Terugkoppelen naar de knowhow die aanwezig is bij UNIZO en VOKA.

Milieu en energie

Milieu en Energie

Minder energie verbruiken, de uitstoot van CO2 verminderen en afval vermijden, vallen goedkoper uit dan de problemen achteraf oplossen. Daarom moeten we de milieu- en klimaatproblemen daar aanpakken waar de effecten het grootst zijn, met name aan de bron.

EEN AMBITIEUZE GEMEENTE MET EEN DUURZAME ENERGIEVOORZIENING

Klimaatverandering is één van de grote uitdagingen waarmee we de komende decennia te maken krijgen. Dit creëert ook een aantal opportuniteiten.

  • De gemeente voert een efficiënt energiebeleid dat in de eerste plaats de behoefte aan energie en warmte beperkt. We ondersteunen een ruimer aanbod aan hernieuwbare energie.
  • De gemeente moet opportuniteiten in energie-efficiëntie onderzoeken en die valoriseren in samenwerking met private partners. Het opgestarte geothermie-netwerk dient maximaal ondersteund te worden.
  • We stimuleren isoleren en een goede energieprestatie (EPC-EPB) bij nieuwbouw en renovaties.
  • We stellen samen met de netbeheerder een gemeentelijk lichtplan op en zetten verder in op intelligente LED-verlichting.
  • Het gemeentelijk voertuigenpark wordt verkleind en vergroend.
  • De gemeente geeft het goede voorbeeld en zet maximaal in op de fiets voor eigen vervoer.
  • We volgen de energiebehoeften van onze gebouwen en scholen nauwkeurig op.
  • We bouwen een ‘klimaatreflex’ in over alle gemeentelijke diensten heen. Niet alleen voor de technische diensten, maar ook voor sociale zaken en voor welzijn.
  • We tekenen in op het vernieuwde Burgemeestersconvenant 2030 betreffende energieneutraliteit.
  • Waar mogelijk maakt de gemeente gebruik van duurzaam geproduceerde of gerecycleerde grondstoffen.

ZORGEN VOOR EEN BETERE LUCHTKWALITEIT

  • We zetten in op een autoluwe omgeving, autodelen en collectief vervoer.
  • We voeren een concreet fietsbeleid, met investeringen in fietspaden, trage verbindingswegen en infrastructuur zoals fietsbergingen, oplaadpunten voor elektrische fietsen, … en stimuleren het woon-werkverkeer per fiets.
  • We communiceren over de voordelen van emissievrije voertuigen.
  • We zorgen voor voldoende groen in de stads- en dorpskernen, zowel publiek als privaat.

De Gemeente kan/moet hierin een voorbeeldfunctie nastreven.

  • Het gemeentelijk gebouwen- en wagenpark moet ecologisch beheerd worden. We nemen de ambitie van de Vlaamse overheid over: 40% minder CO2 uit brandstofverbruik tegen 2025.
  • We brengen de energiebehoeften van onze gebouwen in kaart.
  • We verkleinen het gemeentelijk wagenpark.
  • We voeren een stimulerend fietsbeleid voor de eigen werknemers.
  • We plaatsen meer laadpalen voor elektrische voertuigen.
  • In het centrum voorzien we voldoende aangepaste bomen en groen. Expertise en een planmatige aanpak  zijn nodig. We stellen hiervoor een bomenbeheerplan op.

IEDEREEN IN EEN KWALITATIEVE, GROENE OMGEVING LATEN WONEN

We passen een correct omgevingsbeleid toe. Kernversterking zorgt niet alleen voor een aangenamere en betere omgeving, maar is ook essentieel in functie van de klimaatuitdagingen. Natuur en groen mogen daarom niet worden beperkt tot het buitengebied. We moeten door verstandig te verdichten hiervoor ruimte creëren.

  • De gemeente neemt de ambities van de Vlaamse verhardingsstop onverminderd over in het lokaal ruimtelijk beleid.
  • We leggen de realisatie op van nieuwe groene open ruimte in publieke en private ontwikkelingen.
  • De inname van grondoppervlakte (‘voetafdruk’) van gebouwen en infrastructuur moet worden beperkt. Door de toegestane bouwhoogte te verhogen, kunnen we optimaliseren door infrastructuur te combineren met groene ruimtes.
  • We voeren een strikt handhavingsbeleid.
  • De gemeente bekijkt waar slecht gelegen, niet-ingevulde bouwgronden kunnen worden geneutraliseerd of herbestemd tot open ruimte.
  • De gemeente brengt de elementen die de open ruimte verstoren (landschapsruis) in kaart.
  • De gemeente investeert in het aankopen van bos of natuur.

Het gemeentelijk natuurbeleid zorgt voor voldoende natuurlijk groen in iedere buurt en is gericht op het ecologisch herstel van het landschap.

  • De gemeente geeft het goede voorbeeld.
  • Bermen en plantsoenen worden aangeplant en ingezaaid met streekeigen planten en kruiden.
  • We moedigen onze inwoners aan om actief te participeren in het natuurbeleid.

EEN STRUCTUREEL GEZONDE LANDBOUW ONDERSTEUNEN

We hechten veel belang aan een meer innovatieve en milieuvriendelijkere Vlaamse landbouw. Door de introductie van slimmere verdienmodellen en duurzame technieken verbetert de leefbaarheid van landbouwbedrijven, zowel op economisch, ecologisch als  sociaal vlak.

De gemeente ondersteunt de landbouw bij ecologische maatregelen. We gaan actief op zoek naar win-win maatregelen die de natuur én het landbouwbedrijf ten goede komen.

  • De gemeente stimuleert de landbouwers bij erosiebestrijding, ecologisch bermbeheer, het inrichten van kleine landschapselementen en maatregelen voor biodiversiteit.
  • De gemeente informeert de landbouw over de ecologische impact van onder andere stikstof en overbemesting
  • We vergroten de belevingswaarde van nieuwe landbouwprojecten.

Afvalbeleid

Afvalbeleid

Het basisprincipe waaruit NV-A Mol vertrekt is DE VERVUILER BETAALT.

Dit lijkt de logica zelf: wanneer je afval creëert, dien je ook te betalen voor de verwerking ervan. Wanneer er een financiële incentive tegenover staat, zal de verbruiker worden aangemoedigd om na te denken over zijn afvalproductie en (hopelijk) zijn gedrag aanpassen.

Daarom pleiten wij voor progressieve afvaltarieven waarbij wie meer genereert dan een bepaalde hoeveelheid per inwoner en per jaar meer betaalt per kilogram en omgekeerd. Wie inspanningen doet moet worden beloond, minder goede leerlingen moet getoond worden dat het beter kan. Dit principe wordt momenteel al toegepast op het waterverbruik.

PAPIER

Het ophalen van deze fractie dient voor ons ook in de toekomst gratis te blijven.

Wanneer we teruggrijpen naar ‘de vervuiler betaalt’, ligt het voor de hand dat de aanbieders van reclamedrukwerk de kosten van de verwerking van hun reclame bekostigen. Wij stellen voor om de nu gehanteerde reclametaks (op basis van grootte van het drukwerk) aan te passen naar een taks op basis van het gewicht. Dit principe moet toelaten om op een correctere manier de kost van de verwerking van deze fractie te dekken. De inkomsten uit deze taks dienen integraal te worden gebruikt om de afvalfactuur voor de gemeente (en dus ook voor de inwoners) te laten dalen.

Reclame wordt soms ook (al dan niet gebundeld) aangeboden in een plastiek omhulsel. Omwille van de impact van plastiek op het milieu, wensen we ook hier dat de distributeurs alternatieven zouden voorzien.

We willen inzetten op het verkleinen van deze afvalfractie. Een sticker op de brievenbus met ‘hier geen reclame a.u.b.’  kan hierbij helpen. Deze sticker willen we verspreiden via de afvalkrant.

Ook de gemeentediensten dienen hun steentje bij te dragen. We willen het papiergebruik  maximaal reduceren en de communicatie van de gemeente zo veel mogelijk digitaal  organiseren.

GFT

De gemakkelijkste manier om de afvalfactuur te verlichten is uiteraard afval vermijden. De inwoners hierin aanmoedigen is goed voor het milieu, hun eigen portemonnee en uiteraard ook voor de gemeentelijke afvalfactuur.

Op dit moment kan men op het containerpark een compostbak uit gerecycleerd materiaal aankopen aan € 20. We vinden het een goed signaal om mensen aan te moedigen hun GFT-afval zo veel mogelijk zelf te composteren. Voor bewoners die niet zo eenvoudig een compostbak kunnen plaatsen (appartement, enz.) willen we nadenken over het creëren van gezamenlijke composteerplekken.

We willen dat onze gemeente een groene gemeente is met plaats voor bomen, bloemen, hagen, planten, enz. Daarom is het jammer dat inwoners die bijdragen tot het groene karakter van onze gemeente hiervoor soms een grote financiële bijdrage moeten leveren. Daarom stellen we voor om het huidige betalende systeem aan te passen. Elke inwoner kan een bepaald aantal kilo’s tuinafval kosteloos naar het containerpark brengen. Het bestaande systeem dat werkt met bepaalde periodes willen we dan stopzetten.

PLASTIEK

Binnen de gemeentediensten willen we het gebruik van plastiekzakken bannen. Wanneer er toch nood is aan een draagtas, willen we dat de gemeente gebruik maakt van papieren draagtassen.

Sorteren van plastiekafval mag niet nodeloos ingewikkeld zijn, want dan haakt de burger af en mist het opzet zijn doel. Anderzijds vinden we het wel noodzakelijk dat plastiek maximaal gescheiden wordt ingezameld. Het kan namelijk makkelijk worden gerecycleerd. Hiervoor willen we één uniforme ophaalzak voor alle soorten plastiek.

SORTEERSTRATEN

We onderzoeken of bepaalde wijken geschikt zijn voor de invoering van zogenaamde sorteerstraten waarbij het afval verzameld wordt in ondergrondse afvalcontainers. Voor de bewoners heeft dit het grote voordeel dat ze het afval niet meer thuis moeten stockeren en niet afhankelijk zijn van de ophaalrondes.

CONTAINERPARK

Op dit moment beschikt onze gemeente over twee containerparken. Het kan eventueel een besparing zijn om op termijn te evolueren naar één groter, beter uitgerust, centraal gelegen en gebruiksvriendelijker containerpark.

Wat de inrichting betreft willen we evolueren naar een containerpark waar de containers ingewerkt zijn in de grond en men dus geen trap meer op moet om het afval in de container te storten.

ZWERFVUIL EN SLUIKSTORTEN

Zwerfvuil en sluikstorten blijven een groot probleem. N-VA Mol wil hierop extra inzetten via de volgende systemen.

  • Het aantal netheidsverantwoordelijken dient te worden verhoogd.
  • Een vuilbak  in de nabijheid van elke rustbank en aan elke stopplaats van de bus.
  • We blijven inzetten op het sensibiliseren van de bevolking met een focus op zwerfvuil- en afvalgevoelige plaatsen zoals scholen, kermissen , braderijen….
  • Gebruik van de door OVAM ontwikkelde digitale netheidsbarometer. Met dit beleidsinstrument kunnen lokale besturen meten hoe het gesteld is met de openbare netheid op hun grondgebied.
  • De pakkans voor sluikstorters dient vergroot te worden. G.A.S -sancties zijn hier dienstig. We pleiten voor de aankoop van een mobiele camera die ingezet kan worden op sluikstortgevoelige plaatsen.

Welzijn en Sociaal beleid

Welzijn en Sociaal beleid

We maken van onze gemeente een plek waar iedereen – gezinnen, alleenstaanden, senioren, personen met een beperking – zich thuis voelt. Een sterk sociaal weefsel vormt hiervoor een belangrijke voorwaarde.

De gemeente is in de eerste plaats regisseur van het lokaal sociaal beleid en ziet erop toe dat er een voldoende en gedifferentieerd aanbod is. Ze bundelt de expertise van de lokale actoren en werkt nauw met hen samen om lacunes in het aanbod te detecteren en op te vullen.

Als gemeenschapspartij laten we niemand aan zijn lot over en voeren we een geïntegreerd sociaal beleid. Concreet betekent dit dat we binnen elk beleidsdomein rekening houden met de impact op gezinnen, personen met een beperking, alleenstaanden, senioren, mensen in armoede en andere kwetsbare groepen.

ARMOEDE STRUCTUREEL AANPAKKEN

Toeleiding naar werk als beste garantie tegen armoede!

Een job biedt nog steeds de beste garantie tegen armoede en vormt een structurele uitweg uit armoede. In het kader van armoedebestrijding zetten we dan ook sterk in op de activering. Voor de N-VA is dit een rechten- én plichtenverhaal. De wet RMI (recht op maatschappelijke integratie) vormt hierbij onze leidraad. Om dichter tot de arbeidsmarkt te komen engageert de leeflooncliënt zich in het geïndividualiseerd project maatschappelijke integratie (GPMI) waar mogelijk tot bepaalde acties, zoals bijvoorbeeld gemeenschapsdienst, drugsbegeleiding, taalcursus Nederlands.

In deze actieve benadering past volgens de N-VA ook een lokaal actieplan om sociale (uitkerings-) fraude aan te pakken via een toetsing van de werkbereidheid (door VDAB, RVA en OCMW’ s) en een controle van domicilie en gezinstoestand (zie ook sociale huisvesting).

ARMOEDE PREVENTIEF AANPAKKEN

Prioritair focussen we op preventie van armoede en het vroegtijdig detecteren ervan zodat problemen niet ontstaan of niet groter worden. Daarnaast ondersteunen we via materiële hulp. Aan personen die aanspraak willen maken op bijkomende steun, stellen we bijkomende voorwaarden.

  • We hanteren een preventieve aanpak om schuldproblematiek te voorkomen. Zo werken we bv. actief aan de financiële geletterdheid van jongeren.
  • Het OCMW ziet vooral toe op de materiële hulpverlening voor de zwakste leden van onze samenleving en probeert louter financiële bijdragen waar mogelijk te vermijden.
  • De gemeente engageert zich om daklozen en mensen die leven in extreme armoede te leiden naar laagdrempelige medische zorg.
  • De administratieve weg naar sociale dienstverlening wordt zo veel mogelijk vereenvoudigd.
  • Gemeente en OCMW voeren een proactief beleid om verborgen armoede te identificeren. Het brengen van huisbezoeken is belangrijk bij het opsporen en aanpakken van armoede en sociale ellende.
  • De gemeente stimuleert in overleg met cultuur-, sport- en jeugdverenigingen de participatie van kans-groepen aan het socioculturele leven in de gemeente.

SOCIALE HUISVESTING

We streven naar behoorlijke huisvesting voor elke Mollenaar.  De woning waarin we wonen heeft immers een grote invloed op ons welzijn. De gemeente neemt een coördinerende rol op in het lokaal woonbeleid in samenspraak met de verschillende actoren met name de   particuliere burgers, projectontwikkelaars, sociale huisvestingsmaatschappijen en het sociaal verhuurkantoor.  De gemeente organiseert hiervoor een lokaal woonoverleg op regelmatige basis.

We zorgen mee voor de optimalisatie van sociale huisvesting in de gemeente. 

  • Om het aantal beschikbare wooneenheden te verhogen moedigen we private verhuurders aan om hun panden te verhuren via een Sociaal Verhuurkantoor (SVK). We organiseren hiervoor de nodige sensibilisering bij de bevolking.
  • We evalueren continu het beschikbare aanbod sociale woningen en stellen samen met de Molse Bouwmaatschappij een renovatieplanning op, zodat de sociale woningen ook op lange termijn van goede kwaliteit blijven.
  • We voorzien de mogelijkheid voor het bouwen van sociale miniwoningen.
  • We zetten in op esthetisch duurzame woningen met voldoende groen rondom.
  • Sociale huisvesting moet met voorrang worden toegewezen aan de meest behoeftigen. Zoals bepaald in de periodieke regelgeving Sociale Huur, voorzien we waar mogelijk en steeds volgens de wettelijke bepalingen, in tijdelijke huurcontracten en een inkomenstoets. Bij onderbezetting van de woningen wordt ruimte vrijgemaakt voor gezinnen die momenteel te krap wonen.
  • We geven voorrang aan sociale huurders die al een binding met de gemeente hebben. Deze lokale binding zorgt voor een snellere en betere integratie en versterkt het maatschappelijk weefsel.
  • We zorgen voor een vroege detectie van betaalproblemen bij huurders om uithuiszetting van huurders en het derven van huurinkomsten voor verhuurders te vermijden.
  • Voor nieuwkomers is het aanleren van de Nederlandse taal cruciaal om goed in onze samenleving te kunnen functioneren. We volgen de naleving van de taal- en inburgeringsvoorwaarden zoals die bij de toewijzing van sociale woningen gelden van nabij op.
  • In samenspraak met de huisvestingsmaatschappijen, de sociale diensten en indien nodig met de lokale politie pakken we misbruiken en domiciliefraude aan.

INZETTEN OP GOEDE WONINGKWALITEIT  

Iedereen moet in een goede en gezonde woning terechtkunnen, of het nu gaat om een     eigen woning of een huurpand. De gemeente helpt eigenaars en huurders op weg om de kwaliteit van hun woningen te verzekeren, neemt eigen initiatieven en pakt verwaarlozing aan. Het lokaal woonoverleg is hiervoor een belangrijk beleidsinstrument.

  • We creëren één woonloket waar burgers terechtkunnen voor advies over woonsubsidies, nieuwbouw, verbouwingen, woningaanpassingen, energiesnoeiers, inschrijvingen, private huur, leegstand en verkrotting. We maken van het woonloket het aanspreekpunt bij uitstek voor eigenaars, huurders en verhuurders.
  • We moedigen renovaties aan, met premies of begeleiding bij kleine of energiebesparende werken.
  • Om samen met de bewoners een buurt op te waarderen, voeren we wijkrenovatieprojecten uit. Als gemeente stimuleren we gevelverfraaiing en investeren we mee in de openbare ruimte.
  • We houden een leegstandsregister bij. We registreren de leegstaande woningen en zetten de eigenaars aan om die woningen opnieuw op de markt te brengen.
  • Voor verwaarloosde en verkrotte panden waar geen initiatief van de eigenaar volgt, heeft de gemeente de mogelijkheid om via het sociaal beheerrecht de woning zelf te renoveren en te verhuren tot de gemaakte kosten terugverdiend zijn. De verfraaiing van de woningen gebeurt in samenwerking met technische scholen of met de VDAB, zodat ze ook deel kunnen uitmaken van een leertraject.
  • De gemeente treedt actief op in geval van “huisjesmelkerij”.

EEN ONBEZORGDE OUDE DAG VOOR ONZE SENIOREN    

N-VA past resoluut voor het negatieve beeld van ouderen als louter zorgbehoevenden. We vertrekken vanuit de mogelijkheden van ouderen. De opgebouwde kennis, vaardigheden en ervaringen van senioren zijn een toegevoegde waarde voor onze samenleving.

N-VA wil rekening houden met senioren in alle thema’s die door een lokaal bestuur behartigd worden, gaande van huisvesting, gezondheid, arbeid, inkomen, openbaar vervoer, verkeer, milieu en afvalbeleid, ruimtelijke ordening tot cultuur en ontspanning.

We pleiten voor hun deelname en inspraak via de huidige open en actieve seniorenraad om de kwaliteit en de gedragenheid van het beleid te verhogen. We willen hiervoor de nodige middelen voorzien.  

We zien erop toe dat alle senioren, zonder onderscheid, zoveel mogelijk hierbij betrokken worden.  

Ouderen kunnen nog een actieve rol spelen in onze maatschappij, als vrijwilliger of wanneer ze deelnemen aan sociale of culturele activiteiten in onze gemeente. De N-VA Mol zet dan ook in op actief ouder worden door vrijwilligerswerk te ondersteunen, de senioren hieromtrent voldoende te informeren en te voorzien in een waaier aan ontspannings- en ontplooiingsmogelijkheden en hen hieromtrent te bevragen.

N-VA Mol bevordert het lichamelijk en sociaal welzijn van de senioren in Mol door.

  • Het opstellen van een beleidsplan “senioren” dat deel uitmaakt van het lokaal sociaal beleidsplan.
  • De seniorenraad te ondersteunen als actieve partner aan het beleid. 
  • Het uitgeven van een seniorengids met daarin alle relevante informatie.
  • Alternatieve informatiekanalen voorzien via dewelke senioren snelle en relevante informatie kunnen krijgen in overleg met de seniorenraad.
  • Voldoende toegankelijke ontmoetingsruimtes te voorzien.
  • Bij de organisatie van culturele en sportactiviteiten rekening te houden met de belangrijkste drempels die sommige senioren weerhouden deel te nemen.
  • Voldoende zitbanken te voorzien in de nabijheid van winkels en algemene nutsvoorzieningen.
  • De (verdere) uitbouw van woonzorgzones.
  • Het wegwerken van fysieke drempels.

Het verlies van een partner of naaste familieleden of vrienden, het minder goed ter been zijn of andere ouderdomskwalen, kunnen ertoe leiden dat ouderen meer op zichzelf terugplooien en niet meer deelnemen aan het maatschappelijk leven. Hierdoor kampen ze met eenzaamheidsgevoelens of komen ze terecht in sociaal isolement. We moeten hier als gemeente een proactief beleid voeren.

  • De gemeente ontwikkelt een visie omtrent de aanpak van vereenzaming en sociaal isolement. Hiervoor probeert ze inzicht te krijgen in deze problematiek door een goede registratie van de vereenzaming zelf, maar ook van de achterliggende oorzaken.
  • Huisbezoeken, telefooncirkels of een gezelschapsdienst zijn instrumenten om vereenzaming tegen te gaan en te detecteren.
  • Via een meldingspunt kunnen professionele hulpverleners, buurtbewoners en mantelzorgers melden dat iemand eenzaam is.

We hebben aandacht voor de problematiek van dementie en kiezen voor een “dementievriendelijke” gemeente.

GEZONDHEIDSZORG

In onze gemeente is er veel kennis aanwezig bij de diverse lokale verenigingen, diensten, zorgverstrekkers en organisaties. We willen deze expertise benutten en een gezondheidsbeleid op maat van de gemeente uitwerken. Best wordt daartoe samengewerkt via de LOGO (Locoregionaal gezondheidsoverleg en –organisatie) van de regio.

  • Om een coherent beleid te creëren, worden de bevoegdheden gezondheid, welzijn en sociale zaken ondergebracht bij één en dezelfde schepen.
  • Het lokale gezondheidsbeleid mag niet verspreid zitten over de gehele gemeentelijke administratie maar wordt toegewezen aan één ambtenaar.
  • Eén centraal informatiepunt, bijvoorbeeld een zorgloket dat is ondergebracht in het Sociaal Huis, moet ervoor zorgen dat inwoners gemakkelijk hun weg vinden in het zorgaanbod.
  • We maken gebruik van de beschikbare expertise door de eerstelijnszorg in de gemeente in kaart te brengen en te betrekken bij het uitwerken van het lokale gezondheids- en sportbeleid. Dit kan onder de vorm van een gemeentelijke adviesraad.

In deze optiek zette N-VA Mol mee haar schouders onder het project Zorg tot Zorg. Dit is een verregaande samenwerking tussen de sociale dienst van het OCMW en zorgverstrekkers zoals de huisarts, familiehulp, het ziekenhuis, … De samenwerking tussen gezondheids- en welzijnszorg heeft tot doel de vicieuze cirkel armoede en ziekte te doorbreken.

Voorkomen is beter dan genezen. Vlaanderen zet dan ook sterk in op preventie en sensibilisering. De campagnes missen hun effect niet, maar door het nauwere contact van de gemeenten met hun inwoners kan het lokale bestuur hier een belangrijke ondersteunende rol spelen. Volgende initiatieven kunnen hierbij  genomen worden.

  • De lokale overheid schakelt zich in het preventiebeleid van de Vlaamse Gemeenschap in, ondersteunt bestaande initiatieven en heeft een voorbeeldrol.
  • Gemeentelijk personeel dat vaak in contact komt met risicogroepen wordt preventief ingeënt tegen de griep.
  • De gemeente sensibiliseert rond de registratie als orgaandonor.
  • Gezonde voeding promoten we in de kinderopvang, de scholen, onze woonzorgcentra en via het OCMW.
  • Buurtmoestuintjes kunnen door een juiste benadering bijdragen aan een breed gedragen project rond gezonde voeding, lichaamsbeweging, biodiversiteit, sociale integratie… Zo krijgt de gemeente er een interessante ontmoetingsplek bij.
  • In groep en onder begeleiding stoppen met roken of starten met bewegen. Dit zorgt niet enkel voor extra motivatie, maar het groepsgevoel versterkt ook het sociale weefsel in onze gemeente.
  • Ondersteunen van sensibiliseringscampagnes in verband met de nevenwerkingen en gevaren van alcoholgebruik naar ziekteverzuim, ongevallen, chronische gezondheidsproblemen en agressief gedrag. 

MENSEN MET EEN BEPERKING

Personen met een beperking vragen geen ‘apart’ beleid. De N-VA kiest daarom voor een inclusief beleid, waarbij aandacht voor de specifieke noden van burgers met een handicap een evidentie is binnen elk beleidsdomein. Concreet wil dit zeggen dat er in elk onderdeel van het gemeentelijk beleid aandacht is voor personen met een beperking.  

Iedereen moet op een onafhankelijke en gelijkwaardige manier gebruik kunnen maken van alle voorzieningen. Daarom streven we als N-VA integrale toegankelijkheid na. Dit betekent dat alle voorzieningen voor wonen, leven, werken, communicatie en informatie effectief bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar zijn voor iedereen.

  • Projecten als dat in de Vennestraat, dienen gestimuleerd te worden. Hierbij kunnen mensen met niet aangeboren hersenafwijking geïntegreerd worden in een woonproject in het centrum van Mol.  
  • Alle voetpaden in Mol worden getoetst op hun toegankelijkheid voor rolwagens. Noodzakelijke aanpassingen dienen zonder dralen te worden uitgevoerd.
  • Publieke ruimten moeten maximaal toegankelijk zijn. Ook gemeentelijke diensten zoals het containerpark dienen hierop getoetst te worden.
  • We moeten ook rekening houden met mensen met gezichts- en gehoorbeperking. Dit vraagt een specifieke omkadering.
  • Voldoende banken op wandeltrajecten. Dit is niet alleen van belang voor mensen met een beperking, maar ook voor het toenemende aantal senioren en voor alle leeftijden, jong en oud.
  • Voldoende prioritaire parkings voor mensen met een beperking. Hierbij kan gerust afgeweken worden van het minimum wettelijk verplichte.
  • Speelpleinen maken we ook toegankelijk voor kinderen met een beperking zodat zij optimaal kunnen genieten van hun kindertijd.
  • In ons cultuur- en sportaanbod voorzien we activiteiten aangepast aan personen met een beperking.
  • We erkennen de European Disability Card waardoor personen met een beperking zonder discussie ook kortingstarieven kunnen krijgen voor lokale diensten en evenementen.
  • De meeste zorgbehoevende personen willen zo lang mogelijk en zo goed mogelijk thuisblijven en geholpen worden. Een mantelzorgtoelage beschouwen we niet als financiële hulp, maar wel als blijk van waardering voor de mantelzorger.

KINDEROPVANG

Kwaliteitsvolle kinderopvang is voor vele ouders onmisbaar om werk en gezin te kunnen combineren. We zetten dan ook in op voldoende, toegankelijke en betaalbare kinderopvang. Omdat niet iedereen werkt van negen tot vijf, moet kinderopvang flexibel zijn. Ouders moeten kunnen kiezen voor een opvangvorm waar zij zich goed bij voelen. Daarom zet de gemeente in op een gediversifieerd aanbod van kinderopvang.

  • Om ouders te ondersteunen in hun zoektocht naar kinderopvang, organiseren we een lokaal of digitaal loket kinderopvang waar ouders terecht kunnen om een overzicht te krijgen van alle beschikbare plaatsen.
  • Omdat het aantal onthaalouders daalt, zet de gemeente actief in op hun ondersteuning.
  • We verlenen voorrang aan alleenstaande werkende ouders, tweeverdieners of ouders die een beroepsgerichte opleiding volgen.

INBURGERING EN INTEGRATIE

Een sterk lokaal asiel- en integratiebeleid is meer dan ooit noodzakelijk. De asielinstroom van 2015 en de daaropvolgende hoge erkenningsgraad van vluchtelingen hebben een grote lokale impact. De instroom van nieuwe inwoners, anderstalig of van buitenlandse oorsprong, vraagt een daadkrachtig beleid. Vervallen in de laksheid van voorheen is geen optie. We willen dat de gemeente Mol initiatieven neemt om de integratie van mensen met een migratie-achtergrond in onze samenleving te optimaliseren. We benutten daartoe de instrumenten die het Vlaams niveau ons biedt voor inburgering en integratie.

Inburgering is méér dan zich ergens komen vestigen. Inburgering is deelnemen aan de maatschappij, bijdragen aan het sociale weefsel, de taal leren spreken en vertrouwd worden met de plaatselijke gewoontes. Het is ook een verhaal van rechten én plichten en veronderstelt het aanvaarden van onze waarden en normen.

Als lokaal bestuur spelen we hierin een centrale rol. Geen eenvoudige taak!

We hechten veel belang aan het secundaire inburgeringstraject. Door samen in interactie te treden komen we tot een werkelijk inclusieve samenleving. Een sterke sociale cohesie is ons doel.

  • De dienst samenlevingsopbouw van het O.C.M.W. levert op dit vlak goed werk. We willen dit als N-VA verder blijven ondersteunen en uitbouwen.
  • De kennis van de Nederlandse taal is dé sleutel tot integratie in de samenleving. Het is een noodzakelijke voorwaarde én een middel tot participatie en emancipatie. We zetten daarom actief in op het voeren van een taalbeleid en op de lokale promotie van het Nederlands.
  • We ondersteunen inwoners op een actieve manier om de taalbarrière te overbruggen. Maar we zetten geen parallelle diensten op die een andere taal dan het Nederlands hanteren.
  • Het kleuteronderwijs moet hierbij vanaf 2,5 jaar gestimuleerd worden. Een taalachterstand die pas vanaf het eerst leerjaar wordt opgepikt kan zelden nog gecorrigeerd worden. Dit geldt evenzeer bij kleuters met een niet-migratie achtergrond.
  • Een sensibilisering bij de grootste risicogroepen moet hierbij op continue basis gebeuren.
  • Een goede samenwerking met de organisaties van de betrokken burgers moet gestimuleerd worden.
  • Niet buitenhuis werkende ouders moeten gestimuleerd worden om Nederlands te leren.
  • Jonge en oude nieuwkomers willen we maximaal de mogelijkheid bieden om zich in te schrijven in het lokale verenigingsleven.

We mogen eisen stellen aan de inburgering van nieuwkomers. Als nieuwkomers niet bereid zijn om de nodige inspanningen te leveren voor hun integratie, dan koppelen wij hier concrete gevolgen aan. Wie geen echte inspanningen doet om werk te vinden, kunnen we tijdelijk de toegang tot het leefloon weigeren. Hetzelfde geldt voor de wil tot integratie en het aanleren van de Nederlandse taal wanneer deze nodig zijn om werk te vinden. De hierboven reeds vermelde wet RMI (recht op maatschappelijke integratie) vormt hierbij onze leidraad.

Buitenlandse nieuwkomers zitten vaak in een benarde situatie. Om te vermijden dat ze slachtoffer worden van huisjesmelkers treden we proactief op. We waken erover dat iedereen correct is ingeschreven als inwoner. We voeren een correcte woonplaatscontrole uit.

Tenslotte nemen we als lokaal bestuur actief onze regierol op in het beheersen van migratiestromen.

  • We ondersteunen de federale overheid in het uitvoeren van bevelen om het grondgebied te verlaten. We gedogen illegale inwoners niet. Een geloofwaardig terugkeerbeleid staat of valt immers met het effectief uitwijzen van bewoners (in illegaal verblijf) die het grondgebied moeten verlaten.
  • We schrijven onze lokale administratie in voor opleidingen en vormingen over het herkennen van identiteitsfraude.

VRIJWILLIGERSWERK

N-VA wil maximaal inzetten op vrijwilligerswerking binnen het OCMW en de gemeentelijke diensten.

We ontwikkelen hiervoor een stimulerend en vrijwilligersvriendelijk klimaat met aandacht voor de nodige begeleiding, vorming en waardering van de vrijwilligers. Cruciaal hierbij is een goede organisatie en coördinatie van de vrijwilligerswerking, dit alles binnen het geldend wettelijk kader. 

De correct geïnformeerde vrijwilliger krijgt de kans om zich te ontplooien volgens zijn of haar talenten. De basisdienstverlening binnen de gemeentelijke diensten blijft gewaarborgd door de beroepskrachten en de vrijwilligers vormen hierbij een meerwaarde.

Als lokaal bestuur willen wij de samenwerking met  het Vrijwilligersnetwerk van het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk bestendigen. De insteek is simpel: elke vereniging zonder winstoogmerk of lokaal bestuur kan gratis en snel vrijwilligersvacatures ingeven op www.vrijwilligerswerk.be. De plaatselijke vacatures verschijnen dankzij tools.vrijwilligerswerk.be ook op de website van de gemeente.

Burgerparticipatie

Burgerparticipatie

Meer en meer gaan er stemmen op om de burger op een meer actieve manier te laten participeren in het dagelijkse beleid van de gemeente. Wij vinden participatie belangrijk en wensen in ons beleid dan ook manieren te ontwikkelen om dit mogelijk te maken.

GEHUCHTRADEN

In deze optiek willen wij ‘gehuchtraden’ oprichten. De gehuchtraden zijn een bijkomend advies-, inspraak- en informatiekanaal naast de bestaande adviesraden die thematisch of doelmatig zijn samengesteld. De wijk- en gehuchtraden zijn geografisch samengesteld en behartigen de problematiek van straten, buurten en wijken.

Het opzet is een communicatie in twee richtingen. De gemeente kan bepaalde thema's, plannen en dergelijke meer voorleggen aan de gehuchtraad, die hierover samenkomt en verslag uitbrengt. Anderzijds kunnen ook bekommernissen die in een gehucht naar boven komen via de gehuchtraad doorgespeeld worden naar de gemeente. De bedoeling is hiervoor een aanspreekpunt te creëren. 

  • De gehuchtraden hebben geen beslissingsrecht, enkel een adviserende taak. Elke gehuchtraad staat in voor overleg tussen de wijk- en gehuchtbewoners, en het overleg tussen de gemeente en de wijk of het gehucht.
  • De gehuchtraden kunnen vragen en voorstellen voorleggen aan het gemeentebestuur. Het gemeentebestuur kan vragen en voorstellen voorleggen aan de wijk- en gehuchtraden.
  • Het bestaan van een wijk- of gehuchtraad hangt af van de inwoners zelf. Het gemeentebestuur zal haar inwoners aanmoedigen om een wijk- of gehuchtraad op te richten of voort te zetten.
  • Alle inwoners van de wijk of van het gehucht kunnen deelnemen aan de wijk- of gehuchtraad waartoe ze behoren. De vertegenwoordigers van organisaties, verenigingen, instellingen en bedrijven gelegen in de wijk zijn eveneens welkom op de wijk- of gehuchtraad.
  • Lokale politici (verkozenen van de gemeente- of OCMW-raad, en afgevaardigden namens de gemeente Mol in bestuursorganen) kunnen wel deelnemen aan de vergaderingen van de wijk- of gehuchtraden, maar kunnen er geen bestuursfunctie opnemen.

BURGERBEGROTING

Bij de burgerbegroting voorzien we als gemeente een budget voor de gehuchten van Mol We laten de inwoners zelf dit deel van het gemeentelijke budget besteden aan thema’s die zij zelf belangrijk vinden. Hoe gaat dit in z’n werk? 

  • In een startvergadering krijgen burgers uitleg over de burgerbegroting en de begroting van de gemeente.
  • De inwoners beslissen na overleg , via de hogergenoemde gehuchtraden, welke thema’s zij het belangrijkst vinden voor hun gehucht.
  • In een tweede fase wordt beslist aan welke thema’s het beschikbare budget besteed wordt.
  • Vervolgens wordt de projectronde gestart. Hierin kunnen inwoners projecten indienen die aansluiten bij de keuze die door de gehuchtraad werd naar voor geschoven. De haalbare projecten kunnen uitgevoerd worden.

GEMEENTELIJKE ADVIESRADEN

Onze gemeente telt al tal van adviesraden waarin er de mogelijkheid is om te participeren aan het beleid. Denk maar aan de seniorenraad, jeugdraad, sportraad, raad voor mensen met een beperking, adviesraad voor lokale economie enz... Dit zijn adviesraden die aansluiten bij een bepaald beleidsdomein , zoals bv. ruimtelijke ordening.

Deze raden hebben reeds een goed uitgebouwde overlegstructuur, maar missen vaak dynamiek en representativiteit. Voor verscheidene van deze raden worden onvoldoende vrijwilligers gevonden om een goede vertegenwoordiging te bereiken. Vaak is dit  omdat deze raden nog onbekend zijn voor de bevolking. Wij willen hier dan ook verandering in brengen en deze raden beter bekend maken bij de Molse burgers en hen tot deelname aansporen.

PARTICIPATIERADEN BIJ (GROTE) PROJECTEN

Om het draagvlak te vergroten bij ingrijpende werken moet er een goed participatietraject met de buurt en de betrokkenen opgezet worden. Dit bij aanvang van het project en niet pas in de eindfase, zoals nu al gebeurd. Net als bij de wijkraden, kan je op deze manier beter inspelen op de effectieve noden van de betrokken burgers.

Jeugd

Jeugd

Als start vertrekken vanuit het charter ‘Goe Gespeeld ‘(www.goegespeeld.be): ‘Spelen is een kinderrecht! En toch is het vandaag niet meer evident om echt buiten te spelen. Met dit charter willen we een positief speelklimaat garanderen.’

De basisprincipes uit dit charter passen we toe met:

  • spelende kinderen in alle openbare ruimte;
  • spelende kinderen in het groen;
  • spelen is geen overlast;
  • kinderen kunnen zich veilig verplaatsen;
  • er is voldoende ruimte voor georganiseerd jeugdwerk;
  • lokale beleidsmakers creëren een verdraagzaam klimaat t.a.v. spelende kinderen;
  • elke beleidsmaatregel houdt rekening met de impact op kinderen en jongeren;
  • kinderen ontwerpen mee de openbare ruimte.

ALLE OPENBARE RUIMTE TOEGANKELIJK VOOR KINDEREN

Spelen in de openbare ruimte is meer dan het openstellen van speelstraten. De straat is van iedereen, niet enkel van de auto.

  • Parken en pleinen zo speelvriendelijk mogelijk inrichten met behoud van ‘ruimte’ om te spelen (bijvoorbeeld spelen met de bal op het Santo Thomasplein is niet eenvoudig, met daarlangs een straat en geparkeerde wagens).
  • Meer inzetten op ‘belevingspleintjes’ dan op gewoon “speelpleintjes”. Spelen is meer dan uitsluitend speeltuigen. Ook leuke elementen kunnen aanzetten tot spelen en beleving (een berg, een rioolbuis, een waterpartij, een schuilhut, enz.). Als voorbeeld kan het ‘trollenhuisje’ in het Moldersbok een nieuwe invulling krijgen (nu zijn ze dicht en zijn ze enkel een landschapselement). Misschien moeten ze opengesteld worden als speelelement.
  • Meer aandacht voor kinderen en jongeren met een beperking in elke speelruimte.  Eigenlijk zou er in elk speeltuintje minimaal één speeltuig moeten zijn voor kinderen met een beperking.

KINDEREN SPELEN IN HET GROEN

Kinderen en jongeren hebben nood aan direct contact met de natuur. Dat is onmisbaar voor hun ontwikkeling, gezondheid en fysieke conditie, maar ook voor de ontwikkeling van hun natuur- en milieubewustzijn.

  • Openbaar groen vrijwaren.
  • Openbare ‘speelbossen’ in alle gehuchten.
  • Inzetten op beleving; Er zijn heel wat ideeën te halen in Limburg, waar het project Bosland voor een groot stuk deze behoefte invult (www.bosland.be):
    • speellandschap: evenwichtsbalken, klimmuurtje, uitkijktoren, waterpartij, enz…
    • speelbos: natuurconstructies, stapsteen- paden, tunnels, bostheater, houten constructies, enz…
    • natuurlijke speeltuin: hutten, ringwerpspelen, speelveld voor balsporten, kampenbouwbos, zandvlakte, in bomen klimmen, enz…
    • groen speelweefsel (in dorpskernen): inrichten van een netwerk van groene speelplekken om kinderen de kans te geven om opnieuw dagelijks op een speelse manier in contact te komen met de natuur. Zo wordt het bosgevoel doorgetrokken naar de dorpskernen.

SPELEN IS GEEN OVERLAST

Spelen van kinderen brengt sowieso geluid ('lawaai') met zich mee, en niemand mag verwachten dat kinderen in volledige stilte gaan spelen. We geven kinderen de nodige ruimte om voluit te kunnen spelen.

  • Er worden geen restricties opgelegd aan spelende kinderen. Spelen wordt niet aan banden gelegd.
  • Er worden geen speelpleintjes gesloten uitsluitend op basis van niet objectiveerbare lawaaihinder.

KINDEREN KUNNEN ZICH VEILIG VERPLAATSEN

Zelf stappen of fietsen is een goed alternatief voor de achterbank van mama's/papa’s auto. Daarom creëren we een netwerk met verbindingen van formele en informele speelplekken en speelmogelijkheden:

  • meer veiligheid rond de schoolomgeving en in de buurt van jeugdlokalen;
  • veilige ‘trage wegen’ naar school en van jeugdlokalen naar speelplekken (speelbossen, de dorpskern, enz...);

ER IS VOLDOENDE RUIMTE VOOR GEORGANSEERD JEUGDWERK

  • blijvende ondersteuning vanuit de gemeente aan het georganiseerde jeugdwerk (jeugdbewegingen, speelpleinwerking, enz.) met focus op veiligheid en vorming van het kader;
  • blijvende ondersteuning aan het niet-georganiseerde jeugdwerk (jeugdhuis, activiteiten via jeugddienst, samenwerking met JAC, enz…);
  • Jeugdhuis Tydeeh: Een recente geluidstudie, door de gemeente aangevraagd, heeft aangetoond dat er een structureel probleem bestaat met de feestzaal in het jeugdhuis. Het jeugdhuis veroorzaakt bij sommige activiteiten ernstige, norm overschrijdende geluidshinder. We willen een grondige renovatie met vooral aandacht voor geluidsisolatie. Bij de kosten-baten analyse kan ook een nieuwe locatie overwogen worden;
  • wij willen voor de jeugd van Mol een echte, multifunctionele fuifzaal die geen overlast voor buurtbewoners veroorzaakt;
  • Alles Kids:
    • kan best uitgebreid worden met een programma voor jeugd/pubers/jonge adolescenten (nu is het enkel voor kleuters en lagere school);
    • en nu  Alles Kids los getrokken werd van Mol Feest (dit werd verplaatst naar een weekdag) is er gedurende dit weekend ruimte voor uitbreiding van het aanbod naar andere doelgroepen toe.

WE CREEREN EEN VERDRAAGZAAM KLIMAAT VOOR SPELENDE KINDEREN

Ons lokaal beleid is erop afgestemd om kinderen weer speelruimte te geven om te kunnen spelen. Ruimte op straat en in het groen, maar ook ruimte in de hoofden en in de harten van de burgers. Kinderen en jongeren moeten een duidelijke plaats hebben in het gemeentelijk beleid en bij activiteiten vanuit de gemeente.

Alle beleidsmaatregelen worden afgetoetst op eventuele nadelige nevenwerkingen voor kinderen (bijvoorbeeld via een Jongerenen en Kindereneffectrapportage of kortweg JoKER).

  • Kinderen en jongeren betrekken bij beleidskeuzes die een impact kunnen hebben op hun leefwereld. Dit kan via jeugdraad, kindergemeenteraad, leerlingenparlementen, en via specifiek georganiseerde overleg- en inspraakmomenten.
  • Bij alle beleidsmatige beslissingen de reflex maken: ‘kan dit mogelijk impact hebben op kinderen en/of jongeren?’

KINDEREN EN JONGEREN HELPEN MEE VOOR INRICHTING OPENBARE RUIMTE

Laat kinderen/jongeren mee deelnemen aan het participatieve traject bij de uitbouw van nieuwe projecten (o.a. herinrichting van dorpskernen, enz…).

Cultuur

Cultuur

Mol moet zich van andere gemeenten kunnen en durven onderscheiden door de uitbouw van eigen culturele evenementen. Niet zoals alle andere gemeenten met zelfde programmatie (zie Getouw), maar ook vernieuwend, verassend en ambitieus. Daarnaast moet er meer moeite gedaan worden om de zichtbaarheid van het bestaande culturele aanbod te vergroten.

EIGEN CULTURELE IDENTITEIT

Mol moet een eigen identiteit ontwikkelen waarmee ze zich kan onderscheiden van andere spelers uit de omgeving. We moeten hierbij gebruik maken van de faciliteiten en know-how uit de gemeente:

  • synergische samenwerking met Galaxy studio’s;
  • Mol koppelen aan bestaande festivals in grote steden met eigen invulling;
  • aandacht voor alle cultuurvormen;
  • programma van Rex mag zich onderscheiden van de andere cultuurcentra uit de omgeving;
  • plaats creëren voor niche zaken;
  • samenwerking met kunstacademies en deelraden (amateurkunsten, sociocultureel en toerisme) versterken;
  • gemeenschap-verbindende projecten (zie bv. herneming Sint-Janstoet). Verbinding tussen de professionele actoren, amateurverenigingen, scholen, gehuchten, service-clubs en individuele burgers (Mol in Scene);
  • bijzondere aandacht voor het betrekken van bevolkingsgroepen met een andere taal- en cultuurachtergrond. Naast sport is cultuur een belangrijke kans tot integratie.

DE ZICHTBAARHEID VAN HET BESTAANDE AANBOD VERGROTEN

Cultuur in al zijn vormen moet meer aan bod komen in het straatbeeld en dient verweven te worden met andere activiteiten. Daarnaast moeten we het bestaande potentieel maximaal benutten.

  • Meer doen met Alles Kids, met Mol Feest, met de lichtstoeten, enz…
  • De oude stoeten, zoals de Sint-Jansstoet, nieuw leven inblazen.
  • Kunst in etalages van winkels of in leegstaande panden. Dat kan ook in samenwerking met de Molse scholen.
  • Gedichten poëziewedstrijd Molse scholen in straatbeeld brengen.
  • Bij de aanleg van dorpskernen, kerkhoven, scholen enz… kan er aandacht zijn voor kunst en cultuur, liefst met werk van Molse kunstenaars.
  • We hebben in Mol tal van cultuurverenigingen (muziekverenigingen, toneelverenigingen, enz.). Wanneer we deze kunnen uitspelen tijdens specifieke activiteiten kan dit een win-win situatie opleveren.  De gemeente maakt meer ruimte voor cultuur, kan hierdoor een groter publiek aanspreken, maar met een beperkt budget. Voor de verenigingen is het een kans om naar buiten te komen.
  • Aankoop verrijdbare kiosk die we dan kunnen aanbieden aan onze verenigingen. Het kan een herkenningspunt worden voor activiteiten van onze verenigingen.
  • Evaluatie en zo nodig herziening van het subsidiereglement.
  • Een opwaardering van bestaande musea, o.a. het Torenmuseum, realiseren.
    • Ondersteuning Jakob Smitsmuseum: nagaan of banners in het centrum niet kunnen gebruikt worden om tijdelijke tentoonstellingen te promoten.
    • Ondersteuning museum en archieven abdij van Postel verbeteren.
    • Ook de herbestemming van ontwijde kerken kan hierin betrokken worden.
    • Bewaren van erfgoed en een verdere goede samenwerking met K.Erf.
    • De site van De Zwaan (het oude R.O.G.) uitbouwen tot een ware kunstensite.
  • Feestelijkheden
    • De gemeente neemt het voortouw in de organisatie van een echte 11 juli viering.
    • Niet enkel ondersteuning bieden aan initiatieven van verenigingen en particulieren, maar ook een eigen aanbod creëren.
    • Inzetten op talent van eigen bodem (uit Mol) en deze een podium geven. De hogergenoemde verrijdbare kiosk kan hiervoor worden ingezet.
  • Meer bevlagging in Mol promoten.

CULTUURRAAD

De Cultuurraad kan en moet een veel sterkere trekkersrol spelen. Hiervoor moeten er zich wel geëngageerde mensen aanbieden bij de nieuwe verkiezingen voor de cultuurraad. De gemeente moet hierop harder inzetten. Zelfde verhaal voor de EVA en de raad van bestuur van ’t Getouw. Ook daar dient de gemeente een voortrekkersrol op te nemen om dit nieuw leven in te blazen.

ONDERWIJS

Het onderwijs kan heel nauw samenwerken en kruisbestuiven met het bestaande Molse cultuurleven. Meer dan 50 % van de kinderen van Rozenberg L.O. heeft een andere thuistaal dan Nederlands. Hier ligt een opportuniteit. Via de kinderen bereikt men de ouders makkelijker. Cultuur kan hier een goede ingangspoort zijn. Die kinderen zijn onze toekomst, dus is het belangrijk hen mee op de Vlaamse kar te krijgen.

Alle scholen organiseren jaarlijks talentenshows, opendeurdagen, sportevenementen, …  De gemeente kan dit beter logistiek ondersteunen dan ze nu doet. Ook hier start het weer met open communicatie.

Patrimonium

Patrimonium

Beleidskeuzen dienen gemaakt te worden op basis van de inventarisatie en conceptnota van het gemeentelijk managementteam.

  • Als N-VA Mol willen we op basis van een globaal plan de site de Zwaan herwaarderen. Ontbrekende delen dienen te worden aangekocht.
  • Het jeugdhuis dient ofwel grondig gerenoveerd te worden (vooral op gebied van geluidsisolatie), ofwel volledig vernieuwd te worden.
  • De gemeentelijke werkplaatsen aan de Rivierstraat worden overgeplaatst. De vrijgekomen gronden kunnen hierdoor een andere bestemming krijgen.
  • De vrijgekomen gedeelten in het Getouw worden zo efficiënt mogelijk ingevuld , in het kader van de samensmelting van OCMW en gemeente.
  • Het ‘Boulevardpark’ dient te worden opgewaardeerd naar een echt park.  Een groene long in het dichtbebouwde gedeelte van Mol en een ontmoetingsplaats vlak bij het commerciële centrum.
  • Implementeren van het opgestelde kerkenplan en hierin eigen initiatieven nemen.
  • Respect voor het culturele erfgoed. Inventarisatie en het opstellen van een specifiek beleidsplan om zo veel mogelijk te bewaren. 

Onderwijs

Onderwijs

De N-VA zet volop in op de ‘multi-inzetbare school’ en geeft dit concept een ruime(re) invulling. Het optimaal benutten van de schoolinfrastructuur is hierbij het vertrekpunt. Voor ons is dit niet alleen een kwestie van efficiëntie, maar ook van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Als kloppend hart van onze samenleving draagt de school bij tot het versterken van het kostbare, sociale en lokale weefsel. Daarnaast willen wij binnen de bevoegdheden van de gemeente werken aan kwaliteitsvol en bereikbaar onderwijs voor elk kind ongeacht hun thuissituatie en rekening houdend met de capaciteiten van elk kind.

De schepen van onderwijs is het centraal aanspreekpunt van de onderwijsinstellingen op het grondgebied. De schepen faciliteert netoverschrijdend overleg inzake o.a. inschrijvingsbeleid en gedeelde infrastructuur. Hij/zij ondersteunt mee het gebruik van scholencampussen door andere gebruikers zonder dat dit voor een administratieve rompslomp of oneerlijke concurrentie voor de school zorgt.

We zetten actief in op het multifunctioneel gebruik van schoolinfrastructuur. Voor ons versterkt de ruime school het kloppend hart van de lokale gemeenschap en versterkt ze de sociale cohesie.

  • We pleiten ervoor om de beschikbare schoolinfrastructuur optimaal te benutten. Daarom willen we schoolgebouwen openstellen, ook buiten de schooluren en tijdens de vakanties, bijvoorbeeld voor sporten speelpleinwerking.
  • De gemeente speelt hierbij de rol van coördinator en ziet toe op goede praktische afspraken.
  • Lokale verenigingen die zich al dan niet op schoolkinderen richten, hebben dan weer geschikte infrastructuur in de buurt.

We willen onze rol als lokale onderwijsregisseur optimaal invullen door een lokaal flankerend onderwijsbeleid te voeren.

  • We zetten in op kinderopvang en kleuterparticipatie.
  • We zetten in op sport en cultuur. We maken hierbij gebruik van de voordelen van schaalvergroting door samen-aankoop van bv. speelplaatsuitrusting, busvervoer, lokaalgebruik en -verhuur ...
  • In samenwerking met de lokale politie en alle scholen werken we actief mee aan een verkeersveilige schoolomgeving en voeren we een spijbelbeleid en leerplichtcontrole.
  • We spreken ouders aan op hun verantwoordelijkheid om hun kinderen regelmatig naar de kleuterschool te sturen. Hiervoor werken we actief samen met Kind & Gezin en met brugfiguren in de voorschoolse kinderopvang die ouders van kinderen sensibiliseren.
  • Door binnen een bredere gezinsbegeleiding bij de kinderen thuis huiswerkbegeleiding te organiseren wordt de verantwoordelijkheid van de ouders niet weggenomen en worden ze gestimuleerd tot betrokkenheid.
  • We pakken alcoholaankoop en -gebruik van minderjarigen tijdens middagpauzes aan.
  • We zetten in op het leren van Nederlands aan ouders op de school van hun kinderen.
  • We zetten in op het gebruik van het Nederlands met de ouders.

Lokale Economie en Handelscentrum

Lokale Economie en Handelscentrum

De kern van Mol beleeft moeilijke tijden net zoals vele Vlaamse steden en gemeenten. Maatschappelijke evoluties zoals de toenemende vergrijzing, de digitale economie en het steeds veranderend consumentengedrag zetten handels- en horecazaken binnen de kern onder grote druk. Die grote druk leidt dan weer tot een verminderde leefbaarheid en afnemende dynamiek. Mensen gaan elders winkelen, blijven vaker weg uit de kern of verblijven er minder lang. Nochtans heeft onze gemeente baat bij een dynamische, bruisende en leefbare kern. Maar wat houdt een leefbare en dynamische kern in? Hoe kunnen we dit in Mol bewerkstellingen?

Wij willen de kern versterken door volgende maatregelen:

  • de promotaks;
  • de Centrummanager;
  • specifieke leegstandsbelasting;
  • optimalisering RUP- centrum en RUP - handelscentrum;
  • optimaliseren van cadeaubonnen.

DE PROMOTAKS

De promotaks heeft betrekking op de publiek toegankelijke ruimtes van alle commerciële vestigingen gelegen op het grondgebied van de gemeente Mol. De logica achter een dergelijke belasting is dat alle handelszaken op die manier bijdragen aan de inspanningen die de gemeente levert inzake kernversterking. De promotiebelasting komt in de plaats van de bestaande vrijwillige bijdrage van handelaars aan hun eigen handelsvereniging. De promotaks kan berekend worden op basis van de omzet.

  • Om een differentiatie te krijgen in de heffing gebeurt er een opdeling in een kernwinkelgebied, een aansluitingszone aan het kernwinkelgebied en commerciële zones buiten het kernwinkelgebied.
  • We hanteren de 1 euro voor 1 euro-regel. Dit betekent dat de gemeente voor elke euro ontvangst uit de promobelasting één euro bijlegt.
  • De besteding van de ontvangsten uit een promotiebelasting wordt in onderling overleg tussen de gemeente, de handelaarsvereniging en de adviesraad lokale economie vastgelegd in een overeenkomst of convenant. Permanent overleg blijft belangrijk. De gemeente stelt de inkomsten uit de belasting ter beschikking van de handelaars voor doelgerichte, meetbare acties rond kernversterking.
  • Voor N-VA Mol is de ideale manier om deze doelstellingen te bereiken het aanstellen van een centrummanager die in samenspraak met de actoren van de lokale economie en de gemeente een kernversterkend beleid op poten kan zetten. De centrummanager heeft voldoende voeling met het lokaal economische weefsel en kan vlot netwerken met handelaars en ondernemers.

DE CENTRUMMANAGER

Er moet een structurele samenwerking aangegaan worden tussen de verschillende actoren die baat hebben bij een lokaal kernversterkend beleid. Deze samenwerking kan de vorm aannemen van een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm. In een dergelijke structuur slaat de gemeente samen met de lokale handelaars en hun verenigingen de handen in elkaar voor de uitwerking van een kernversterkend beleid met de volgende doelstellingen:

  • de organisatie van commerciële evenementen (braderij, shopweekend, …);
  • het opzetten van collectieve promotiecampagnes;
  • het versterken van de commerciële uitstraling en beleving in de handelskern (bevlagging, stickers, …);
  • het ondersteunen van ondernemingen via informatie en belangenbehartiging via  regelmatig overleg;
  • meerjarige promotieovereenkomsten met ontwikkeling van een specifieke identiteit.

LEEGSTANDSBELASTING

Sinds 2010 is elke gemeente verplicht om een leegstandregister bij te houden overeenkomstig het decreet Grond- en Pandenbeleid. Leegstaande gebouwen opgenomen in het register zijn onderworpen aan een gemeentelijke heffing. De aanslagvoet, de vrijstellingen en de wijze van inventarisering worden door de gemeente bepaald. In dat kader stellen we een specifieke aanpak en aanslagvoet voor handelspanden voor.

Daarnaast willen wij een digitale databank opzetten die een lijst bevat van de leegstaande handelspanden opgenomen in het leegstandregister. Deze lijst wordt ter beschikking gesteld van elke potentiële ondernemer. Eigenaars van leegstaande panden kunnen zich inschrijven voor de databank. Op die manier stemmen zij in om hun pand tegen een lagere gebruiksvergoeding ter beschikking te stellen van startende ondernemers. Als een eigenaar is ingeschreven, en voldoet aan de voorwaarden, geniet hij één jaar vrijstelling van de leegstandsheffing. Deze databank kan ook voor de centrummanager een middel zijn om proactief te handelen.

RUP

Mol heeft niet alleen nood aan een nieuw RUP Centrum maar ook aan een RUP Kernwinkelgebied waarbij de gemeente uitvoering geeft aan haar ruimtelijke visie voor het kernwinkelgebied.

  • Het voorzien van voldoende nabije parkeervoorzieningen. Hiervoor moet het mobiliteitsplan integraal deel uitmaken van het RUP.
  • De kern moet attractief zijn. Het Rondplein, de Markt en de Corbiestraat moeten terug uitgebouwd worden tot publieke ruimtes waar het aangenaam vertoeven is.
  • Het versterken van verweving binnen handelspanden.
  • In het afgebakend kernwinkelgebied zijn naast wonen de bestemmingen ‘handel’, ‘horeca’ en ‘gemeenschapsvoorzieningen’ toegelaten.

CADEAUBONNEN

Er zijn aanpassingen nodig aan het bestaande systeem. De ontwaarding moet vlotter kunnen.

  • De ontvangen bonnen moet de handelaar eenmaal per maand kunnen binnenbrengen in een centraal punt. De tegenwaarde wordt nadien overgeschreven naar handelaar.
  • We willen ook evalueren welke meerwaarde een digitale variant (via smartphone?) voor gebruikers en handelaars kan hebben.

Toerisme

Toerisme

WATERSPORT

De gemeente moet zich durven profileren als een watersportgemeente en de ambitie hebben om DE watersportgemeente van de Kempen te worden.

Mol heeft het provinciaal domein Zilvermeer. Daarnaast hebben we  het Zilverstrand, de jachthaven aan  Porta Ventura, De Rauwse Meren en de Surfput. Vergeten we ook het water van het Kristallijn niet met zijn prachtige omgeving.  Het is dan ook verwonderlijk dat de gemeente geen project opstart om dit uit te bouwen. Men moet inzetten om hier waterclubs aan te trekken en om van Mol een nog grotere toeristische trekpleister te maken. 

N-VA Mol wil het vele water maximaal gaan benutten door het opzetten van een watersportbeleid met als doelstelling van Mol dé watersportgemeente van de Kempen (en bij uitbreiding van heel Vlaanderen) te maken.

  • Volledige zeil- en surf-opleidingen moeten kunnen gevolgd worden.
  • De oprichting van een volwaardige zeilclub nastreven/ faciliteren.
  • Samenwerking met BLOSO opstarten voor uitwerken zomer- jeugdkampen.
  • Zee-scouts helpen opstarten, zodat we de plaatselijke jeugd een zinvolle laagdrempelige vrijetijdsbesteding kunnen aanbieden.
  • Verder ondersteunen van bestaande clubs voor duiken en kajakken.

CONGRESTOERISME

Er zijn veel stimulerende factoren voor het zakentoerisme aanwezig in onze gemeente:

  • de nabijheid van Lommel (Limburg), Nederland en Duitsland;
  • de relatief goede bereikbaarheid per auto;
  • de lokale bezienswaardigheden;
  • belangrijke recreatieparken en goede hotelfaciliteiten;.
  • voldoende horeca en logies;
  • een groene gemeente, met veel ontspanningsmogelijkheden met culturele en sportieve evenementen.

Mol bezit veel infrastructurele mogelijkheden om een MICE-toerisme (Meetings, Incentives, Conventions/Conferences en Exhibitions/Events ) uit te bouwen. Promotie van de aanwezige structuur is echter onontbeerlijk en vereist een goede samenwerking van verschillende actoren uit zowel de private als de publieke sector:

  • gemeente Mol;
  • Toerisme Mol, Toerisme Provincie Antwerpen, Toerisme Limburg, Toerisme Vlaanderen, Belgium Convention Bureau;
  • lokale logies en horeca;
  • de privésector;
  • de steden Lommel en Geel;
  • Kempense Meren v.z.w.;
  • het Studie Centrum voor Kernenergie, de Vito en de Thomas More Hogeschool.

We moeten tevens een samenwerkingsverband stimuleren tussen  Sunparcs  Kempische Meren, het Getouw en de Abdij van  Postel om vergaderzalen en faciliteiten voor opleidingen en congressen te coördineren.

Deze vorm van toerisme kan Mol terug meer pit en aantrekkingskracht geven. Versmelting van toerisme en industrie zal positieve gevolgen hebben voor alle aspecten van onze samenleving. De werkgelegenheid wordt gestimuleerd, de horeca zal meer nationale en internationale bezoekers ontvangen, en de uitstraling van Mol zal te merken zijn tot buiten onze landsgrenzen.

ZILVERMEER

Voor de toegang tot het Zilvermeer wensen wij een verlaagd tarief voor de inwoners van Mol. De inkomprijs mag voor de inwoners van Mol geen hinderpaal zijn om van de faciliteiten van het Zilvermeer gebruik te maken. Overleg met de bevoegde provincie dient hiervoor te worden opgestart.

Lokaal Bestuur

Lokaal Bestuur

Bestuurlijke efficiëntie, doeltreffendheid en digitalisering moeten de leidraad vormen in de gemeentelijke organisatie. Met publieke middelen moet men als een goede huisvader omgaan. Verspilling en vertragingen moeten dan ook te allen tijde vermeden worden. N-VA Mol gaat voor een verantwoordelijk, efficiënt en klantvriendelijk gemeentelijk bedrijf!

GEÏNTEGREERD EN DOMEINOVERSCHRIJDEND WERKEN

Burgers, verenigingen en bedrijven hebben er alle belang bij dat de gemeentelijke organisatie zo vlot mogelijk werkt. Ze willen zo snel en zo goed mogelijk geholpen worden. Bovendien is een goed werkende organisatie ook goedkoper. We pleiten voor een organisatie waarbij de verschillende diensten elkaar aanvullen en versterken en er ook over de beleidsdomeinen heen een gecoördineerd beleid wordt gevoerd. De integratie tussen gemeente en OCMW moet daarbij maximaal worden aangegrepen om tot één effectief geïntegreerde organisatiestructuur en één geïntegreerd lokaal sociaal beleid te komen.

  • We integreren de werking van de gemeente en het OCMW.
  • De publieksgerichte diensten bemannen we met veelzijdige dossierbeheerders.
  • We werken met een slanke organisatie, die gebruikmaakt van eenvoudige en korte procedures en waar snel en doeltreffend wordt ingespeeld op de opportuniteiten die zich aandienen.
  • Een performant kennismanagement is noodzakelijk.
  • We documenteren de te volgen procedures in handboeken en leggen draaiboeken aan voor de organisatie van de activiteiten.

DE BESTUURSKRACHT VERHOGEN

Onze gemeente wordt met meer en complexere beleidsdomeinen geconfronteerd en ze draagt bovendien een steeds belangrijkere verantwoordelijkheid om voor maatwerk te zorgen.

We realiseren schaalvoordelen door in te zetten op samenwerking met andere gemeenten. Dat doen we niet enkel via transparante samenwerkingsverbanden die een voordeel voor de gemeente opleveren, maar ook door deelname aan specifieke groepsaankopen en in te tekenen op de raamovereenkomsten die de Vlaamse overheid aanbiedt.

VRIENDELIJK, VLOT EN KWALITEITSVOL

De gemeente moet vlot bereikbaar zijn voor haar burgers. We willen dit doen door de volgende maatregelen in te voeren.

  • Opdat burgers gemakkelijk hun weg zouden vinden, maken we werk van één fysiek en/of digitaal toegangspunt. We bemannen het eerste onthaal met medewerkers die over verschillende domeinen een zekere basiskennis hebben.
  • We optimaliseren de loketwerking.
  • We organiseren op regelmatige basis klantenbevragingen over klantvriendelijkheid en efficiëntie.
  • We informeren duidelijk over de stand van zaken van dossiers en over de verdere concrete planning.
  • Een sterke inzet op kwaliteitsbewaking vinden we als vanzelfsprekend. In een kwaliteitshandvest leggen we vast wat men van het Molse bestuur mag verwachten.
  • We evalueren de organisatorische werking van de gemeente via de implementatie van een eigen controlesysteem en door een externe kwaliteitsdoorlichting.

OPEN EN TOEGANKELIJK

  • Om stigmatisering weg te werken zetten we in op het ‘één-voordeur’-principe, waarbij iedereen via dezelfde ingang binnengaat en pas nadien gespecialiseerd wordt verder geholpen (zie ook hoger).
  • We brengen de dienstverlening naar de minder mobiele burger. Een mobiel loket kan hierin helpen.
  • We zetten maximaal in op digitalisering. We voorzien in bibliotheken en op andere nuttige openbare plaatsen computers met internettoegang, zodat alle burgers van de digitale overheidskanalen kunnen gebruikmaken.
  • We stellen in eenvoudige en klare taal een duidelijk jaarrapport op over wat het bestuur met het geld van zijn burgers doet.
  • We nemen het introduceren van een ombudsfunctie in overweging.

NEUTRAAL

N-VA Mol beschouwt de neutraliteit en onpartijdigheid van de overheid als een fundamenteel onderdeel van onze democratische rechtsstaat. Die neutraliteit vertaalt zich in de werking, deontologie en uitstraling van de overheid en moet ook zichtbaar zijn.

  • We nemen een neutraliteitsgebod op in de gedragsregels voor het overheidspersoneel.
  • Voor functie met klantencontacten nemen we in het arbeidsreglement voorschriften op m.b.t. de dienstkledij.

EEN TRANSPARANTE GEMEENTE

  • We hanteren een uniforme opbouw van documenten.
  • We communiceren als overheid in verstaanbare en correcte taal.
  • We voorzien een (online) dienstencatalogus waarin alle diensten duidelijk zijn opgelijst.

STREVEN NAAR EFFICIENTIEWINST

De gemeente moet niet alles in eigen handen trachten te nemen. Vooral rond digitalisering verandert alles zeer snel. We pleiten daarom om de private sector zoveel mogelijk te betrekken bij deze digitalisering. Steeds extra personeel hiervoor aanwerven is niet altijd opportuun. De gemeente moet hierbij een doordachte afweging maken tussen efficiëntie, betrouwbaarheid en veiligheid.

Veiligheid, zekerheid en vertrouwelijkheid worden gewaarborgd.

Personeelsbeleid

Personeelsbeleid

Personeel blijft de grootste kost voor de gemeente. Een gezond personeelsbeleid is dus primordiaal om de financiën onder controle te houden.

Een performant personeelsbeleid wordt voor de N-VA gekenmerkt door:

  • deskundigheid op de eerste plaats;
  • een slank en slagkrachtig personeelsbestand;
  • een flexibele en moderne personeelsorganisatie;
  • over de grenzen van politiek en administratie heen de handen in elkaar slaan;
  • een bundeling van administratieve krachten;
  • personeelsleden als ambassadeurs van het gemeentelijk bedrijf.

We willen dit op de volgende manier realiseren:

  • We hanteren objectieve aanwervingscriteria, waarbij we kandidaten effectief evalueren op hun kennis en kunde, eerder dan op het kennen van de juiste personen.
  • Via degelijke en vlotte plannings-, functionerings- en evaluatiegesprekken en een motiverend beloningsbeleid, belonen en stimuleren we goed werk en geven we een passend gevolg aan onvoldoende of slechte prestaties.
  • Via doelgerichte vormingen doorheen de hele loopbaan versterken en verdiepen we de expertise en werkattitude van onze personeelsleden.
  • Wanneer personeelsleden de organisatie verlaten evalueren we of een nieuwe aanwerving noodzakelijk is.
  • We analyseren bij elk project en voor elke dienst of we hiervoor het best onze eigen medewerkers inschakelen of de opdracht beter uitbesteden.
  • Bij bevorderingsbeslissingen houden we, naast de bewezen prestaties, steeds rekening met het potentieel op lange termijn.
  • We bundelen min of meer samenhangende taken tot bredere pakketten.
  • We gaan slim en spaarzaam om met vaste benoemingen en het behoud van statutaire functies.
  • In het kader van een efficiënte organisatie van de diensten verwachten we van onze personeelsleden een polyvalente inzetbaarheid.

Financieel beleid

Financieel beleid

De gemeente functioneert met het geld van de burger. Met dat geld moet omzichtig worden omgesprongen. Een transparant financieel beleid, met een begroting in evenwicht is dan ook cruciaal.

Daarbij moeten we, zeker in de huidige budgettaire context, keuzes durven maken. Als N-VA Mol willen we nadrukkelijk inzetten op investeringen en besparen op exploitatie. Blijven investeren is noodzakelijk, terwijl het overheidsbeslag zonder twijfel beperkt moet worden.

Om dat te bereiken mag wat ons betreft geen gebruik gemaakt worden van oppervlakkig oplapwerk. Wel integendeel, de N-VA Mol wil werk maken van structurele maatregelen. Een goed financieel beleid is bovendien gebaseerd op feiten en analyses en houdt rekening met zowel de korte als de lange termijn; enige voorzichtigheid is in dat verband geboden.

EEN SLANKE DAGELIJKSE WERKING

Zoals elke goede huisvader moet ook het lokale bestuur zijn rekening op orde hebben. De eerste grondregel daarbij is om niet meer uit te geven dan er binnenkomt. De gemeentelijke uitgaven moeten strikt onder controle worden gehouden. Anders gezegd: ‘De tering naar de nering zetten’.

  • Telkens wanneer nieuwe budgetten of meerjarenplannen worden opgemaakt, vertrekken we van een wit blad zonder verworvenheden. Door zogenaamd ‘zero-based’ te werken moet elke uitgave opnieuw verantwoord worden.
  • Wanneer doorheen het jaar bepaalde weloverwogen beleidskeuzes meerkosten met zich meebrengen compenseren we dat steeds onmiddellijk door de verlaging van een ander budget.
  • We maken bij de budgettering van het beleid steeds de vergelijking met andere gelijkaardige gemeenten en projecten.
  • We bevriezen de exploitatie-uitgaven in hun totaliteit of beperken de stijging minstens tot een objectieve en relevante maatstaf.
  • Tijdens het jaar houden we ons aan een strikte budgetopvolging.
  • We zetten maximaal in op het realiseren van kostenbesparende efficiëntiewinsten en synergiën in de bestuurlijke organisatie.

RUIMTE CREEEREN OM TE INVESTEREN

Investeringen kunnen zelden volledig met eigen middelen betaald worden. Als we een ambitieus investeringsbeleid willen voeren, dan moeten we als lokale overheid een beroep kunnen doen op eigen overschotten of leningen. Maar ook om die leningen te kunnen financieren, is het realiseren van een overschot op het werkingsbudget een noodzakelijke voorwaarde. Besparen op de werking om te kunnen investeren, is een hoeksteen van ons financieel beleid.

De N-VA wil inzetten op een doordacht investeringsbeleid. We focussen onze investeringen gericht en in functie van een duidelijk toekomstbeeld.

  • We bekijken hoe we ons als gemeente het best op de kaart willen en kunnen zetten en bakenen ons gemeenteprofiel strikt af. Onze Molse identiteit en geografische opportuniteiten gebruiken we hier als leidraad. Het herwaarderen van het handelscentrum, nieuwe toekomstgerichte industriële activiteiten en de uitbouw tot watersportgemeente passen in dit kader.
  • We stemmen ons gemeenteprofiel af met de buurgemeenten en zorgen voor een complementair aanbod aan voorzieningen.

DUURZAME INFRASTRUCTUUR

Burgers willen kunnen rekenen op een degelijke gemeentelijke infrastructuur die langer meegaat dan één legislatuur. Ook het investeringsbeleid moet daarom verder kijken dan de volgende verkiezingen. De N-VA wil een duurzaam beleid voeren, dat ook op lange termijn houdbaar en betaalbaar is.

  • Bij het becijferen en goedkeuren van investeringsprojecten nemen we alle toekomstige kosten mee in de analyse.
  • We onderhouden het gemeentelijk patrimonium consequent en wachten niet tot iets bouwvallig is vooraleer we ingrijpen.
  • Eerder dan veel geld te spenderen aan prestigeprojecten focussen we onze investeringen op zaken die een echte lokale meerwaarde voor de burgers creëren.
  • We leggen onszelf een zekere investeringsdiscipline op door bij de aanvang van de legislatuur budgettaire investeringsdoelstellingen te bepalen.
  • Als N-VA staan we voor een integrale aanpak en bekijken we alle investeringsprojecten van in het begin vanuit verschillende invalshoeken en beleidsdomeinen.
  • Bij investeringsprojecten die een impact of raakvlak kunnen hebben op of met andere gemeenten, stemmen we alle noodzakelijke elementen gemeente-overschrijdend op elkaar af.         

EEN TRANSPARANTE FINANCIERING

Meer en meer worden projecten buiten de investeringsbegroting gehouden en aan de publieke controle onttrokken. Een goed voorbeeld is in Mol de bouw van het nieuwe zwembad dat aan de gemeente op termijn meer dan 60 miljoen euro zal kosten.

  • We springen zeer omzichtig om met publiek-private samenwerkingen (PPS), zoals constructies waarbij het ontwerp, de bouw, de financiering en het onderhoud van publieke infrastructuur aan private partners wordt overgelaten (DBFM). Een PPS biedt enkel een echte meerwaarde als men er ook effectief voordelen voor de gemeentekas kan uithalen. DBFM-overeenkomsten (Design-Build-Finance-Maintenance) gebruiken we dus niet louter om zaken uit het investeringsbudget te houden en er werkingskosten van te maken.
  • We gaan behoedzaam om met het investeren via allerlei nevenentiteiten zoals Autonome Gemeentebedrijven en onderliggende vennootschappen. Eventuele fiscale motieven die hier spelen moeten legitiem blijven en complexe constructies zijn uit den boze.

EEN HOUDBAAR SCHULDBELEID

Niet alle grote investeringen kunnen zomaar direct betaald worden. Als investerende organisatie is het dus heel normaal om een zekere openstaande schuld te hebben. Vanuit de N-VA Mol zijn we er wel van overtuigd dat hieraan een grens moet zijn.

  • We stellen een schuldplafond of schuldnorm in.
  • We bepalen richtlijnen waarvoor we schulden willen aangaan en waarvoor net niet.
  • We lenen niet om werkingstekorten op te vangen.
  • We hanteren eigen criteria op lange termijn om de betaalbaarheid van de leninglasten te garanderen. Leningen lopen doorgaans langer dan het zesjarige meerjarenplan en de daarin reeds opgenomen normen. De betaalbaarheid moet eveneens op die langere termijn beoordeeld worden.
  • We herfinancieren leningen waar dit over de resterende looptijd meer winst oplevert dan de kost van de herziening. Hierbij laten we de concurrentie tussen de banken ten volle spelen, zonder dat we de risico’s uit het oog verliezen.

AANVAARDBARE BELASTINGEN

In een land waar de belastingdruk nog steeds bij de hoogste ter wereld behoort, is het essentieel om de belastingen te verlagen. De burgers moeten opnieuw het gevoel hebben dat ze een eerlijke bijdrage leveren aan de dienstverlening en de infrastructuur die ze ervoor in de plaats krijgen.

  • We voeren geen verhogingen door van niet-sturende belastingen, maar streven ernaar om die zoveel mogelijk te verlagen. Niet-sturende belastingen zijn algemene heffingen die enkel en alleen het genereren van gemeentelijke inkomsten voor ogen hebben, zonder een weloverwogen beleidsdoel, zoals de aanvullende personenbelasting en de opcentiemen op de onroerende voorheffing.
  • Sturende belastingen zetten we in om effectief te sturen. Dat kan bijvoorbeeld gaan om het aan- of ontmoedigen van bepaalde praktijken of het bijsturen van een bepaald gedrag. De inkomsten ervan moeten dan ook besteed worden aan een doel dat verband houdt met de belasting.
  • We spreiden de fiscale lasten evenredig over de belastingplichtigen. Zo zorgen we ervoor dat het grootste deel van de lasten niet gedragen wordt door slechts één of een zeer beperkte groep van inwoners of ondernemingen.
  • We beperken het aantal belastingen tot een minimum en gaan fiscale versnippering tegen.
  • We houden de fiscale tegemoetkomingen strikt onder controle, zowel in aantal als wat de minderontvangsten betreft. Niet alleen brengen deze belastingkortingen en -vrijstellingen kosten met zich mee, ze leiden vaak tot een fiscaal kluwen.
  • Belastingen mogen geen specialistenwerk zijn. Daarom herwerken we de fiscale regelgeving tot begrijpbare en simpele reglementen. We standaardiseren onze belastingregelgeving zoveel mogelijk
  • We wegen de opbrengst van elke belasting af ten opzichte van de inningskost
  • We hanteren in onze belastingreglementen criteria die eenvoudig controleerbaar zijn, en dit met een zo min mogelijke administratieve last.
  • We laten nakijken of we een eigen gemeentelijke Tax-on-web kunnen uitbouwen.

Veiligheid

Veiligheid

Voor de N-VA is veiligheid een collectieve verantwoordelijkheid van burgers en overheid. Burgers zijn voor de gemeente een onmisbare partner in de strijd tegen criminaliteit en overlast. Zij kennen hun buurt immers als geen ander. Via een systematische bevraging moet het (on)veiligheidsgevoel van de bevolking in kaart gebracht worden.

De gemeente en de lokale politie moeten zelf actief inzetten op de preventie van criminaliteit en overlast en via een doordachte nultolerantie en een lik-op-stukbeleid het gevoel van straffeloosheid van onveiligheid bij de burger aanpakken.

Eén van de uitdagingen voor de gemeenten ligt de komende jaren zonder twijfel in het creëren van een cultuur van bestuurlijke handhaving. Gemeenten hebben momenteel al heel wat instrumenten in handen om de innesteling van georganiseerde criminaliteit op hun grondgebied te voorkomen (bijv. het intrekken van vergunningen, …) maar soms zijn die mogelijkheden onvoldoende gekend.

GAS BOETES IN ZETTEN TEGEN OVERLAST EN KLEINE CRIMINALITEIT

  • Tegen overlast en kleine criminaliteit zetten we de gemeentelijke administratieve sancties (GAS) in. Deze GAS wordt gehanteerd om problemen aan te pakken, niet om alles en iedereen te viseren. Leefbaarheid blijft het basisbegrip.

WONINGINBRAKEN EN DIEFSTAL TERUGDRINGEN

  • De diefstalpreventie-adviseurs die actief initiatieven nemen om de bevolking te sensibiliseren beter bekend maken. De diefstalpreventieadviseur kan actief initiatieven nemen om de bevolking te sensibiliseren
  • Daarnaast kunnen de gemeenten en de lokale politie hun inwoners ook sensibiliseren door op de website en/of sociale media algemene richtlijnen en aanbevelingen op te nemen.
  • In zones waar fietsdiefstallen een plaag zijn kan men investeren in de aankoop of huur van fietskluizen op strategische plaatsen.

DE STRIJD TEGEN DRUGS OPVOEREN

De visie van N-VA Mol op drugs is duidelijk: drugsgebruik wordt niet getolereerd. We moeten streven naar een drugsvrije samenleving en voorkomen is beter dan genezen. Een gedoogbeleid staat haaks op ontrading en verhindert een daadkrachtige aanpak. In veel gevallen leidt drugsgebruik bovendien tot overlast, geweld of crimineel gedrag.

Een breed gedragen multidisciplinaire aanpak, liefst zelfs boven het gemeentelijke niveau dringt zich op.

  • De N-VA beschouwt drugsgebruikers niet als slachtoffer, maar wel als patiënt.
  • We moeten volop inzetten op preventie. De gemeente kan hiervoor een drugspreventiemedewerker aanduiden, die educatieve en/of sensibiliseringsacties opzet en die tevens experimenterende jongeren en hun omgeving begeleidt. In deze optiek wensen wij de samenwerking met JAC te bestendigen en zo nodig te verstevigen.

Er moet een betere samenwerking tot stand komen tussen het politioneel, justitieel, bestuurlijk en hulpverlenend niveau. De knowhow die op al deze niveaus bestaat moet worden gebundeld.

  • Politioneel:
    • Inzet ANPR-camera’s
    • Oprichting team “criminaliteit en overlast”
    • Versterking recherche
    • Opstart locatie gebonden samenwerking (politiezone Balen-Mol-Dessel)
    • Regelmatige drugscontroles aan schoolpoorten.
    • Terreinacties inzake drugs
  • Justitieel

Een goed overleg tussen de gemeente en de bevoegde justitiële overheid is primordiaal om strenge doelstelling naar voor te schuiven:

  • Strenge aanpak van dealers, telers en criminele organisaties (handel en aanmaak).
  • Een begeleidend en aanklampend optreden tegen gebruikers, in samenwerking met externe partners.

WERKEN MET GEMEENSCHAPSWACHTEN

De gemeente moet inzetten op gemeenschapswachten. Ze zijn de ogen en oren van het gemeentebestuur. Een belangrijke taak is het rapporteren van gebreken in het straatbeeld, (potentieel) gevaarlijke situaties, zwerfvuil, leegstand, … Dankzij hun dagelijkse aanwezigheid op straat zorgen ze voor een belangrijke sociale controle en verhogen ze het veiligheidsgevoel in de buurt.

We moeten maximaal inzetten op de samenwerking tussen de gemeenschapswachten en de wijkpolitie.

INZETTEN OP WIJKGERICHTE POLITIEZORG

Dankzij een doorgedreven samenwerking en het inzetten van nieuwe technologieën komen er middelen en mankracht vrij. Voor ons moeten die vrijgekomen middelen prioritair worden ingezet in de gemeenschapsgerichte politiezorg: wijkwerking en meer blauw op straat. De politie is er ten dienste van de burgers.

  • De wijkagent is voor de inwoners het aanspreekpunt bij uitstek. Dankzij zijn/haar contacten binnen het sociale weefsel en de aanwezigheid op het terrein, is de wijkagent het best op de hoogte van de situatie ter plaatse. Gemeenschapsgerichte politiezorg moet ertoe leiden dat problemen zo vroeg mogelijk worden gedetecteerd en aangepakt.
  • In de politiehoofdkantoren moet de permanentie verzekerd zijn. De openingsuren van de politiekantoren en de gemeentelijke diensten worden dan ook het best op elkaar afgestemd.
  • De dienstverlening kan ook worden verbeterd door de aanduiding van ‘doelgroepinspecteurs’. De politie kan werken met wijkinspecteurs voor de horeca, studenten en senioren…

DE LOKALE GELOOFSGEMEENSCHAPPEN VERANKEREN

De gemeente heeft ook een belangrijke rol te spelen in het kader van de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, zoals dat bijvoorbeeld het geval is met moskeeën. Ze moet aan de Vlaamse overheid een advies geven over de maatschappelijke relevantie van de moskee, wat zich onder meer uit in de lokale verankering binnen de gemeente.

De gemeente moet die adviesbevoegdheid ter harte nemen en ten volle gebruiken om samen met de andere niveaus de strijd tegen radicalisering aan te gaan. Het eindigt evenwel niet bij de erkenning van de moskee. Ook na de erkenning moet de gemeente erover waken dat er een afdoende lokale verankering is.

  • Van de gemeente mag worden verwacht dat er minstens een plaatsbezoek georganiseerd wordt en dat er nauwe contacten zijn met de verantwoordelijken binnen de moskee.
  • De gemeente kan regelmatig een bijeenkomst organiseren met de verantwoordelijken van de moskee om te werken aan de lokale verankering en te peilen naar hun werking.
  • Ook in deze context mag de promotie van de Nederlandse taal niet uit het oog worden verloren.

SAMENWERKEN AAN VEILIGHEID

Veiligheid is een collectieve verantwoordelijkheid van de hele gemeenschap. De burger is de eerste partner van de politie in de strijd tegen de criminaliteit.

  • De officiële criminaliteitscijfers geven een objectief beeld, maar minstens even belangrijk zijn de subjectieve ervaringen van de inwoners. Men moet trachten het (on)veiligheidsgevoel in kaart te brengen door een bevraging te organiseren bij de bevolking. Het geeft de bevolking de kans om haar bijdrage te leveren.
  • De politie moet de (bestaande) Buurtinformatienetwerken (BIN) beter ondersteunen en rekening houden met de ervaringen en verzuchtingen van de leden. We kunnen hierbij nagaan of een gemeenschappelijke WhatsAppchat die informatie-uitwisseling nog efficiënter maakt.
  • Voor handelaars kan men een zgn. BINZ oprichten. De aangesloten handelaars worden dan bij verdachte feiten (winkeldiefstal, inbraken, vandalisme, …) onmiddellijk via digitale weg verwittigd.

CREEREN VAN EEN CULTUUR VAN BESTUURLIJKE HANDHAVING

Georganiseerde criminaliteit, zoals drugsproductie en -handel of het witwassen van crimineel geld via legale activiteiten is vaak sterk verankerd op het lokale niveau. Het is bovendien geen geheim dat bepaalde sectoren zoals de horeca of de vastgoedsector gevoeliger zijn voor criminele activiteiten dan andere.

‘Voorkomen is beter dan genezen’ is de leidraad. Het is cruciaal dat een gemeente weet wie er op haar grondgebied woont, er (duurzaam) verblijft en wie er activiteiten ontplooit.

  • Van een zorgvuldig bestuur kan en moet verwacht worden dat het alle relevante informatie inwint. Zo kan een gemeente via de KBO (Kruispuntbank Ondernemingen) openbare informatie raadplegen met betrekking tot actieve ondernemingen en rechtspersonen. Het is aan de gemeente om de nodige structuren in het leven te roepen om al die informatie zoveel mogelijk geïntegreerd te beheren.
  • De N-VA ziet ook op het repressieve vlak een grotere rol weggelegd voor de bestuurlijke aanpak.
    • Invoeren van een ‘Combitaks’. Dit is een belasting die op het vervoer van personen met een politievoertuig verschuldigd is in geval van openbare dronkenschap, overlast, bestuurlijke handhaving, slagen en verwondingen, enzovoort. Door de vordering van de combitaks kan men het gevoel van straffeloosheid verminderen.
    • Het systeem van de Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS) heeft in de praktijk zijn nut al bewezen, op voorwaarde dat de sanctie met gezond verstand wordt toegepast.
    • Door een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten met de procureur des Konings kunnen er in het GAS-reglement ook sancties worden opgelegd voor zogenaamde gemengde inbreuken. Dat zijn misdrijven die opgenomen zijn in het Strafwetboek maar die in de praktijk niet vervolgd worden door het parket. Met zo’n samenwerkingsovereenkomst verbindt de procureur des Konings zich ertoe om voor de opgesomde gemengde inbreuken geen vervolging in te stellen. Van hun kant verbinden de betrokken gemeenten zich ertoe om de vastgestelde inbreuken zelf af te handelen.
    • Zeer belangrijk in de bestuurlijke handhaving is de (systematische) controle dat de door de gemeente opgelegde voorwaarden en de wettelijke verplichtingen, ook effectief worden nageleefd (bv. alcoholverkoop aan -16-jarigen).